2 Raadsvoorstel vervolg/ §5 alsnog een bijdrage moeten leveren. Wordt een exploitatieovereenkomst gesloten, dan wordt terzake van de betrokken onroerende zaak geen baatbelasting meer geheven. In het kader van het aangaan van de exploitatieovereenkomsten c.q. het heffen van baatbelasting spelen een aantal (fiscaal-)juridische en feitelijke aspecten een rol: 1. De verordening baatbelasting moet worden vastgesteld, en wel vóór de datum van ingang van heffing (terugwerkende kracht is niet toegestaan) 2. Voor de datum van ingang van heffing moet bekend zijn welke baathebbenden via de exploitatieovereenkomst bereid zijn een bijdrage te leveren. 3. Op basis van de exploitatieverordening zal een kostenbegroting door de raad moeten worden vastgesteld, welk besluit ingevolge artikel 139 Gemeentewet moet worden bekend gemaakt. 4. Daarna moet ingevolge de exploitatieverordening aan elke zakelijk gerechtigde een aanbod tot het aangaan van een exploitatieovereen komst worden gezonden. 5. Tenslotte kan, in ieder geval né de datum van ingang van heffing, terzake van een gebate onroerende zaak baatbelasting bij wege van aanslag worden geheven, indien althans niet op basis van een exploitatieovereenkomst een bijdrage wordt geleverd! Na vaststelling, goedkeuring en inwerkingtreding van de verordeningen zal meteen worden begonnen met de uitvoering ervan. Dit betekent dat de overeenkomsten zullen worden gesloten of de aanslagen zullen worden opgelegd voordat alle voorzieningen zijn aangebracht. Dit is ingevolge de Exploitatieverordening en de Gemeentewet mogelijk. B. Exploitatieverordening gemeente Breda 1996. De vigerende verordening behoeft aanpassing. Het gaat om (onderge schikte) redactionele aanpassingen, wijzigingen in verband met nieuwe wetgeving, en aanvullingen ter vergroting van de flexibiliteit. Met name de laatstgenoemde wijzigingen zijn noodzakelijk om een goede aftemming tussen de bijdrage op grond van de exploitatieverordening en de baatbelasting mogelijk te maken. Omdat door het aantal wijzigingen een onoverzichtelijk geheel ontstaat, wordt voorgesteld de vigerende verordening in te trekken en te vervangen door een nieuwe exploitatie verordening. In de verordening wordt (dwingend) voorgeschreven dat voordat met de voorzieningen wordt aangevangen een (aangevuld) bekostigingsbesluit wordt genomen. Tot dit besluit behoort een kostenbegroting. Op het moment van inwerkingtreding van de Exploitatieverordening was echter al een aanvang gemaakt met het aanbrengen van voorzieningen. Weliswaar was wel een bekostigingsbesluit genomen, maar dit was specifiek geënt op de artikelen 221 en 222 van de Gemeentewet inzake alleen' baatbelas ting. Gelet op artikel 12 van de Exploitatieverordening is de verorde ning ook van toepassing op gebieden, waar op het moment van inwerking treding de voorzieningen reeds in uitvoering waren gebracht maar hoeft geen (aangevuld) bekostigingsbesluit te worden genomen. Wel dient de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 327