3 Raadsvoorstel vervolg/ 50 gemeenteraad alsnog een kostenbegroting vast te stellen. Deze zal terstond na goedkeuring van de Exploitatieverordening gemeente Breda 1996 aan uw raad ter vaststelling worden voorgelegd. C. Verordening baatbelasting. Bij het opstellen van de verordening baatbelasting is rekening gehou den met het door de raad op 02-06-1994 vastgestelde "bekostigingsbe sluit baatbelasting binnenstad", met het op 29-03-1994 door de raad vastgestelde uitvoeringsplan herinrichting binnenstad, met de Exploi tatieverordening gemeente Breda 1996, en met het in november 1995 vastgestelde Bestemmingsplan Binnenstad. Zoveel als mogelijk is aangesloten bij de modelverordening baatbelasting van de VNG. Tevens zijn twee externe adviseurs geraadpleegd over de inhoud van de con cept-verordening. Inhoud verordening Belastingplichtig zijn de zakelijk gerechtigden van onroerende zaken. Heffingsmaatstaf is de volgens het bestemmingsplan binnenstad bebouw bare oppervlakte van een onroerende zaak, gecorrigeerd met een bestem mingsfactor (in verband met de mogelijke benutting volgens het bestem mingsplan) een voorzieningenfactor (in verband met het feit dat niet in alle straten dezelfde voorzieningen worden aangebracht) en een liggingsfactor (in verband met het gegeven dat enige onroerende zaken op de rand van het herinrichtingsgebied aan een heringerichte steeg liggen) De betreffende correctiefactoren zijn bepaald op grond van de aange brachte voorzieningen, de bestemmingen volgens het bestemmingsplan en de ligging van de onroerende zaken. Voor wat betreft de voorzieningen is met name bepalend het onderscheid tussen wel of niet de aanleg van natuurstenen tegels. Met betrekking tot de bestemmingsfactor dient er verschil gemaakt te worden tussen de onroerende zaken, waar alleen op de begane grond bedrijfsactiviteiten mogen worden ontplooid, en zaken, waar dit ook op de verdiepingen mag. Waar ook op verdiepingen bv detailhandel is toegestaan is de bestemmingsfactor hoger, waarbij tevens rekening is gehouden met de afnemende baatwerking voor verdie pingen en de beperkingen in het bestemmingsplan met betrekking tot de bouwdiepte De feitelijke invulling van een perceel is niet relevant voor de heffing. De baatbelasting is een objectieve, zakelijke belasting, waarbij geen rekening mag worden gehouden met het subjectieve gebruik van de betreffende onroerende zaken. Bijvoorbeeld, het niet volledig benutten van de bebouwbare oppervlakte, het gebruiken van een tot "winkel" bestemde onroerende zaak als woning of andersom, de aanwezig heid van passages en expeditie- of magazijnruimten, zijn allemaal factoren waarmee bij de berekening van de heffingsmaatstaf geen rekening wordt gehouden, omdat het gaat om subjectieve invulling/ge bruik van de betreffende onroerende zaken. Tariefberekening: Van alle onroerende zaken, gelegen in het herinrichtingsgebied, zijn de kadastrale oppervlakten geïnventariseerd, en vervolgens eerst

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 328