Gemeente Breda
GEWIJZIGD EXEMPLAAR
Raadsbesluit 1996/ 56
Registratienummer 956505169
Dienst/afdeling BD/BEL
Aantal Bijlagen
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders en
met overname van de daarin vermelde overwegingen;
gelet op artikel 222 van de Gemeentewet en het "Bekostigingsbesluit
baatbelasting binnenstad", vastgesteld bij raadsbesluit van 2 juni
1994;
besluit
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en de invordering van baatbelasting binnen
stad
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
1. Deze verordening verstaat onder:
a. een onroerende zaak:
1 een gebouwd eigendom;
2 een ongebouwd eigendom,-
3 een gedeelte van een onder 1 of 2 bedoeld eigendom dat naar zijn
aard in het economische verkeer als een zelfstandige eenheid kan
worden aangemerkt
4 een samenstel van twee of meer van de onder 1 of 2 bedoelde
eigendommen of onder 3 bedoelde gedeelten daarvan, dat naar zijn
aard in het economische verkeer als een zelfstandige eenheid kan
worden aangemerkt
b. het bestemmingsplan: het bestemmingsplan binnenstad zoals vastge
steld door de gemeenteraad in de vergadering van 23 november 1995.
c. bestemming: de bestemming volgens het bestemmingsplan binnenstad
zoals vastgesteld door de gemeenteraad in de vergadering van 23
november 1995.
d. begane grond: de laagste bouwlaag van een gebouw, niet zijnde de
onderbouw
e. bouwlaag: een gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of
nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd,
zulks met uitsluiting van onderbouw en zolder.
f. onderbouw: een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een
vloer waarvan de bovenkant minder dan 1.20 meter boven peil is
gelegen
g. onroerende zaak, niet gelegen op de begane grond: onroerende zaak
gelegen op de tweede bouwlaag.
2. Indien in deze verordening begrippen worden gehanteerd, welke ook
voorkomen in het bestemmingsplan, gelden de begripsbepalingen,
zoals opgenomen in artikel 1 van de voorschriften van het bestem
mingsplan