9 Raadsbesluit vervolg/56 Tijdstip gebaat zijn In artikel 2 is het tijdstip van gebaat zijn vermeld: 1 juli 1996. Naar de toestand op dit tijdstip dient beoordeeld te worden of de onroerende zaken zijn gebaat door de getroffen of nog te treffen voorzieningen. Deze datum dient uitdrukkelijk in de verordening te worden opgenomen. Er vindt naar de toestand op deze datum een eenmali ge beoordeling plaats over de vraag of een onroerende zaak is gebaat door de voorzieningen. Dit brengt met zich mee dat latere wijzigingen in het gebaat zijn van een onroerende zaak geen invloed hebben op de verschuldigde belasting. Hierdoor wordt voorkomen dat latere wijzi gingen in het objectenbestand kunnen leiden tot het onverbindend worden van de tariefstelling. Voorzieningen Het begrip voorzieningen sluit aan bij de bestaande jurisprudentie. De voorzieningen omvatten in casu het aanleggen van sierbestrating inclusief het aanpassen van deze bestrating op bestaande voorzieningen (zoals bv kelderluiken)het aanleggen van openbare verlichting en voorzieningen voor (de aansluiting van) feestverlichting, het aanleg gen van mantelbuizen voor openbare nutsvoorzieningen, het tot stand brengen van groenvoorzieningen in de voetgangersgebieden, en het aanbrengen van straatmeubilair en brandkranen. Tot de kosten van deze voorzieningen behoren ook de navolgende elementen: niet-aftrekbare BTW voorzover betrekking hebbend op de aanleg van de voorzieningen; rentekosten die verband houden met de financiering van de voorzie ningen, ook als de voorzieningen met eigen vermogen zijn gefinan cierd; kosten van voorbereiding en toezicht van de uit te voeren werken. Bepalend voor de baatbelasting zijn uitsluitend de in de verordening opgesomde voorzieningen, waarvan de kosten daadwerkelijk ten laste van de gemeente komen. De geraamde kosten bedragen op dit moment (december 1995) in totaal voor de genoemde voorzieningen f 26.674.102,00 opgebouwd als volgt: a bestrating c.a. 13.090.470,00 b. openbare verlichting c.a. 2.129.108,00 c groenvoorz ieningen 639.593,00 d. straatmeubilair/brandkranen 678.72400 - onvoorzien 2.301.098,00 - niet-aftrekbare BTW 3.594.339,00 - rentekosten (-»01-07-1996) 1.340 000,00 - voorbereiding en toezicht f 2 900 .77000 TOTAAL 26.674.102,00 In het uitvoeringsplan is de dekking van dit bedrag opgenomen, waaron der 10.000.000,00 bijdrage van baathebbenden. Baat Volgens constante jurisprudentie is een onroerende zaak door de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 340