10
Raadsbesluit vervolg/ 56
gemeentelijke voorzieningen gebaat als het, naar objectieve maatstaven
beoordeeld, in een voordeliger positie is gekomen. Zo leiden een
gunstiger ligging, een betere bereikbaarheid, de mogelijkheid tot
bouwen enz. tot een voordeliger positie.
Bij de herinrichting van het historisch stadshart van Breda is als
uitgangspunt gehanteerd de verbetering van het winkel- en verblijfs-
klimaat. Dit uitgangspunt was reeds vastgelegd in het Structuurplan
Binnenstad Breda 1992-2007: "van stads- naar (Eu-regionaal centrum"
en in de ideeënnota "Buitengewoon Breda"Hierin komt tot uitdrukking
dat niet alleen een mooi, modern en functioneel stadscentrum moest
worden vorm gegeven, maar ook dat dit moest gebeuren met slijtvaste,
hoogwaardig kwaliteit bezittende materialen, welke niet snel uit de
mode raken. Om te voorkomen dat de hoge kwaliteit van de bovengrondse
voorzieningen al snel zou worden aangetast door (noodzakelijke)
ondergrondse maatregelen, is ook de totale ondergrondse infrastructuur
meegenomen in de herinrichting van de binnenstad. De kosten hiervan
worden niet in de baatbelasting betrokken. Uitdrukkelijk is in de
voorbereidingsfase de afweging gemaakt tussen de hoge kwaliteitsimpuls
waarbij een bijdrage van belanghebbenden moest worden gevraagd of een
kwalitatief mindere herinrichting.
In de beleidsovereenkomst tussen de VBB en de gemeente Breda wordt
gewezen op de kwaliteitsimpuls door uitvoering van het uitvoeringsplan
"herinrichting openbare ruimte van het historische stadshart van
Breda". In overleg met belanghebbenden in het historisch stadshart is
gekozen voor een zeer hoge kwaliteit. In de beleidsovereenkomst erkent
de VBB als representant van de ondernemers van het historisch stads
hart de kwaliteitsimpuls.
Afhankelijk van de getroffen voorzieningen kan er aanleiding zijn de
baatbelasting slechts te heffen van bepaalde categorieën onroerende
zaken. Bij de herinrichting van het historisch stadshart Breda richten
de voorzieningen zich op een verbetering van het winkel- en verblijf-
klimaat, waardoor de baatwerking zich beperkt tot onroerende zaken,
waarbij de bestemming bedrijfsmatige activiteiten zoals detailhandel,
horeca, kantoren met baliefunctie, publiekgerichte openbare dienst
verlening enz. toegelaten zijn. Op de in het herinrichtingsgebied
gelegen onroerende zaken rust in alle gevallen een bestemming, waarbij
dergelijke bedrijfsactiviteiten geheel of gedeeltelijk zijn toege
staan, met uitzondering van onroerende zaken met de bestemming "Bij
zondere doeleinden, differentiatievlak 2". Deze laatste worden dan ook
niet betrokken in de baatbelasting.
Bij de bestemmingen "Centrumdoeleinden", "Gemengde doeleinden" en
"Bijzondere doeleinden, differentiatievlak 1" zijn wel bedrijfactivi-
teiten toegelaten. Bij de bestemming "Bijzondere doeleinden, differen
tiatievlak 1" is sprake van een beperkte mogelijkheid tot bedrijfsac
tiviteiten. Bij het bepalen van de bestemmingsfactoren is hiermee
rekening gehouden.
Artikel 3: Belastingplicht.
In dit artikel wordt de belastingplicht omschreven. Belastingplichtig