3 Raadsvoorstel vervolg/ Ook. kan na de planontwikkeling/begroting van de eerste projecten op de lijst worden bepaald of er nog meer projecten kunnen worden uitge werkt. Het heeft immers geen zin om (veel) meer projectplannen te ontwikkelen dan hetgeen op basis van de beschikbare middelen de eerste twee jaar kan worden uitgevoerd. Voor de berekening van de planontwikkelingskosten wordt uitgegaan van een subsidiebijdrage van ca. 33%. Op grond van een gemeentelijke bijdrage van 2.000.000, per jaar (wordt een bruto-investering van ca. 3.000.000, per jaar voor fietsvoorzieningen begroot. Voor de jaarschijven 1996 en 1997 wordt een planontwikkelingskrediet van 248.000, gevraagd. Allereerst wordt hiermee de planontwikkeling van fietsvoorzieningen langs de Lunetstraat ter hand genomen (uitvoe ring 1996), waarvan de planontwikkelingskosten 54.000, bedragen. De resterende 194.000, dient ter ontwikkeling van overige projectplan nen, waarvan uitvoering in zowel 1996 als 1997 beoogd is. Gelet op het beperkte jaarbudget voor fietsvoorzieningen zal op basis van de planontwikkeling en kostenbegroting een nadere prioriteitstelling in 1996 en 1997 plaatsvinden. Consequenties Financieel Er wordt een krediet, groot 248.000, gevraagd voor de planontwikke ling van hierboven genoemde projecten, te weten 54.000, t.b.v. de dienst RME en 194.000, t.b.v. de dienst Stadsbeheer. De dekking komt uit beschikbaar investeringsvolume uit het Meerjaren Investeringsplan 1996-1998, jaarschijf 1996 ten behoeve van fietsrou tes. De technische voorbereidingskosten zullen als onderdeel van het later aan te vragen uitvoeringskrediet worden opgenomen. Communicatie Externe communicatie: Bij de ontwikkeling van de projectplannen zal per project worden beoordeeld of inspraak noodzakelijk is. Wel zal bij een aantal projec ten de belangenvereniging voor fietsers ENFB worden betrokken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 424