bijlage 1
1. de stedebouwkundige, architectonische en volkshuis-
vestelijJce eisen zoals door raad c.q. college zijn
vastgesteld
bijlage bij raadsvoorstel nr.- 7
Hoofdlijnen voor meerjarenafspraken Volkshuisvesting.
Binnen het kader van de door de raad vastgestelde nota Volks
huisvesting (1991), alsmede de wijzigingen in het rijksbeleid,
is het noodzakelijk meerjarige afspraken te maken met de wo
ningbouwverenigingen teneinde de volkshuisvestelijke taakstel
ling ten behoeve van de goedkope woningbouw te kunnen realise
ren
Uitgangspunten hierbij zijn:
1. het realiseren van de woningbouwtaakstellinginclusief
Vinex-randvoorwaarden
2. het passend huisvesten van de primaire doelgroep
3. de leefbaarheid van buurten en wijken
4. de gewijzigde verhoudingen binnen de volkshuisvesting.
De binnen het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSII) gere
gelde verantwoordingsvelden behoeven naar onze mening geen
nadere afspraken.
1. Algemeen
Na vaststelling van de stedebouwkundige opzet door de
gemeente zal bij de stedebouwkundige uitwerking van loka-
ties, alsmede de verdeling van de verschillende woningca
tegorieën over de lokaties met de realisatoren worden
overlegd
1.2 De corporaties zullen, zoveel als mogelijk in gezamen
lijkheid, alle hen ter beschikking staande instrumenten
inzetten om de volkshuisvestelijke doelstellingen te rea
liseren
2Nieuwbouw
1. Bij de differentiatie wordt uitgegaan van de Vinex-
taakstelling en verdeling, d.w.z.
1/3 goedkope huur (tot 010,--) en koop (tot
167.000,--), 1/3 middelduur huur (tot 1.007,--) en
koop (tot 230.000,1/3 duur.
2. De corporaties krijgen de mogelijkheid 1/3 deel van
het jaarlijks vast te stellen bouwprogramma te realiseren
in de goedkope sector, met de volgende verdeling:
ca. 62% huur tot 710,--
ca. 22% huur tot 010,
ca. 16% koop tot 167.000,--
f'
3Gerelateerd aan de onder 2 bedoelde inspannings
verplichting van de corporaties t.a.v. de goedkope sector
worden zij bovendien in de gelegenheid gesteld 25% van
het jaarlijks vast te stellen bouwprogramma van de
middeldure sector te realiseren.
4Een en ander dient te geschieden onder voorbehoud dat
de voor het bouwprogramma benodigde bouwgrond beschikbaar
is en onder de navolgende randvoorwaarden: