3 Raadsvoorstel vervolg/ 78
Deelname aan het inzamelsysteem
Het aantal deelnemers aan het inzamelsysteem wordt uitgebreid naar
dertien instellingen. Het aantal doelen dat door de instellingen
vertegenwoordigd wordt kan zo worden verhoogd. Doordat de wijken per
instelling kleiner worden dan in de huidige situatie, kan beter aan de
verplichting om bij ieder huishouden in te zamelen worden voldaan.
Door het aantal instellingen tot maximaal dertien te beperken worden
de mogelijkheden tot coördinatie vergroot en kan de extra inspanning
en investering (de waarborg) voor de deelnemende instellingen een
extra opbrengst geven.
De stichting Mensen in Nood kan, net als nu reeds het geval is, in
april een zogenaamde brengactie organiseren. Door de overige twaalf
instellingen kan gemakkelijk gerouleerd worden.
Ieder kwartaal zamelen zes instellingen in. Zo komt iedere instelling
twee maal per jaar aan de beurt. Doordat ook de wijken rouleren,
kunnen de instellingen in drie jaar in iedere wijk van de stad éénmaal
inzamelen. Dit laatste is evenwel afhankelijk van de continuering van
de overeenkomst en de te maken keuzes in verband met de gemeentelijke
herindeling.
Toetreding tot het inzamelsysteem zal op de volgende punten beoordeeld
worden:
1. Enkel charitatieve instellingen die een vergunningaanvraag hebben
gedaan komen in aanmerking.
2. De instelling moet in de jaarlijkse publikatie van het Centraal
Bureau Fondsenwerving een positieve beoordeling hebben om een
juiste besteding van de gelden te garanderen.
3. De instelling moet aan de eisen, zoals geformuleerd in de over
eenkomst, kunnen voldoen.
4. De instellingen die al in Breda inzamelen en die aan de boven
staande drie criteria voldoen, komen als eerste in aanmerking
voor deelname aan het systeem. De overige plaatsen gaan naar
nieuwe aanvragers.
5. Mocht het na toepassing van deze criteria nog nodig zijn om een
keuze tussen de overige instellingen te maken, dan zal gezocht
worden naar een spreiding van de goede doelen die door de instel
lingen vertegenwoordigd worden.
Voor 1996 zijn er 22 aanvragen voor een vergunning ontvangen. Op grond
van de bovenstaande criteria is gekomen tot de 13 instellingen die de
overeenkomst ondertekenen. Negen instellingen zijn om de onderstaande
redenen afgevallen.
Twee aanvragers hebben aangegeven niet volgens de door de gemeente en
andere inzamelaars voorgestelde methode in te willen zamelen.
Twee instellingen zijn negatief beoordeeld door het CBF. Vier organi
saties zijn zo nieuw dat het CBF niet aan kan geven of deze organisa
ties betrouwbaar zijn. Tenslotte heeft één plaatselijke organisatie
een vergunning aangevraagd. Deze organisatie heeft geen beoordeling
van het CBF, waardoor de instelling buiten de opzet valt.