5 Raadsvoorstel vervolg/ 80 Zoals hiervoor reeds vermeld werd tegen het door Gedeputeerde Staten voor het onderhavige gedeelte goedgekeurde bestemmingsplan door reclamant beroep ingesteld bij de Kroon. De door reclamant genoemde verkavelings- en inrichtingssuggestie is opgenomen in de toelichting behorende bij het bestemmingsplan Heilaar- Steenakker. Hieraan kunnen echter geen planologische rechten/plichten ontleend worden. Het nog niet onherroepelijke bestemmingsplan kan toch dienen als basis voor het te nemen onteigeningsbesluit. Voor het voeren van een administratieve onteigeningsprocedure is het geen bezwaar, dat het onderliggende bestemmingsplan nog geen rechts kracht heeft. Sedert 1958 verleent de Kroon goedkeuring op voorwaarde lijke onteigeningsbesluiten. In het onteigeningsbesluit wordt de bepaling opgenomen dat ter uitvoe ring van het besluit geen dagvaardingen als bedoeld in artikel 18 van de Onteigeningswet zullen worden gedaan alvorens onherroepelijk is beslist omtrent de goedkeuring van het bestemmingsplan. Tevens wordt in het onteigeningsbesluit ingeval het onderliggende bestemmingsplan op het moment van de vaststelling van het onteige ningsplan nog geen rechtskracht heeft, de ontbindende voorwaarde opgenomen, dat het onteigeningsbesluit vervalt, indien aan het bestem mingsplan, dat aan het onteigeningsplan ten grondslag ligt, in hoogste instantie goedkeuring mocht worden onthouden. Een eventuele handhaving van de bedrijven zou met zich mee brengen dat de gronden van reclamanten niet meer gebruikt kunnen worden voor de realisering van kantoren en verkeersvoorzieningen. Daarnaast zou handhaving van de bedrijven met zich brengen dat zij grotendeels ingeklemd zouden komen te liggen tussen de geplande kantoren. Teneinde onaanvaardbare wederzijdse hinder te voorkomen zal in verband daarmee een zekere afstand tussen de bedrijven en de geplande kantoren in acht moeten worden genomen, waardoor er nog minder bebouwing gerealiseerd zou kunnen worden. Tevens zou door het handhaven van de beide bedrijven de stedebouwkun- dige opzet voor het zuidelijke gedeelte van het plangebied worden aangetast. Een stedebouwkundige inpassing van de bedrijven tussen de geplande kantorenbouw is dan ook niet (goed) mogelijk. Gezien het vorenstaande is het noodzakelijk, om de realisering van het bestemmingsplan Heilaar-Steenakker mogelijk te maken, dat uw raad besluit tot onteigening van de percelen en perceelsgedeelten en opstallen van de de heer J.J.A. van Eggermond, Zuilenstraat 83 en van A.B. van Eggermond, Zuilenstraat 107 te Breda. De tekening nr. 62414, waarop de te onteigenen percelen c.q. perceels gedeelten en opstallen zijn aangegeven, de lijst van eigenaren, de toelichting, de tekening nr. 60703 waarop de percelen van reclamant zijn aangegeven, alsmede tekening nr. 61380 (plattegrond Breda met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 506