4
Raadsvoorstel vervolg/ 81
punten. Met name gold dit de voorstrookwaarde van de gronden gelegen
aan de Ettensebaan, de herbouwwaarde en de liquidatie van het bedrijf
van de heer van A.B. van Eggermond.
Deze gesprekken hebben geen resultaat opgeleverd en door reclamant
werd gepersisteerd bij de post winstderving wegens uitstel van de
kassenbouw, een vervangend bedrijf van 5 ha. waarop de bouw van
3,5 ha. kassenbouw mogelijk is en de voorstrookwaarde.
(In de berekening van reclamant werd o.a. het bedrijf van de heer
A.B. van Eggermond geliquideerd hetgeen tot een hogere schade leidt).
Begin 1994 is nog uitvoerig gesproken over de waarderingen hetgeen
echter weer niet tot een positief resultaat heeft geleid.
Vervolgens heeft de gemeente begin 1995 nogmaals een aanbieding gedaan
in de vorm van een uitgebreid taxatierapport van maart 1995.
Vervolgens is op 12 oktober 1995 een schriftelijk aanbod gedaan. Door
reclamant werd hierop gereageerd bij brief van 6 november 1995,
waarbij vastgehouden werd aan het beschikbaar komen van 5,5 ha.
tuinbouwgrond waarop de bouw van 3,5 ha. kassenbouw is toegestaan.
Bij brief van 19 december 1995 is reclamant geïnformeerd waarom zijn
eisen niet kunnen worden ingewilligd en dat de uiteindelijke schade
vergoeding aldus in geld zal moeten worden bepaald. Daartoe zijn de
nodige voorstellen door de gemeente gedaan, echter zonder resultaat.
Wij zijn de mening toegedaan gezien het vorenstaande dat van gemeente
wege alle mogelijke inspanningen zijn gedaan om tot overeenstemming te
komen
Met betrekking tot de zienswijze over te maken uitwerkingsplannen
merken wij op, dat het bestemmingsplan Westerpark een globaal eindplan
is waarbij een directe bouwtitel geldt, zodat er geen uitwerkingsplan
nen gemaakt behoeven te worden.
Zoals hiervoor reeds vermeld werd tegen het door Gedeputeerde Staten
goedgekeurde bestemmingsplan door reclamant beroep ingesteld bij de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Er werd echter
geen verzoek om voorlopige voorziening ingediend, zodat het bestem
mingsplan onherroepelijk is geworden.
De door reclamant genoemde verkavelings- en inrichtingssuggestie is
opgenomen in de toelichting behorende bij het bestemmingsplan Wester
park. Hieraan kunnen echter geen planologische rechten/plichten
ontleend worden.
Het onherroepelijke bestemmingsplan kan derhalve dienen als basis voor
het te nemen onteigeningsbesluit.
Een eventuele handhaving van de bedrijven zou met zich mee brengen dat
de gronden van reclamanten niet meer gebruikt kunnen worden voor de
realisering van ca. 250 woningen. Daarnaast zou handhaving van de
bedrijven met zich brengen dat zij grotendeels ingeklemd zouden komen
te liggen tussen de geplande woningen. Teneinde onaanvaarbare weder
zijdse hinder te voorkomen zal in verband daarmee een zekere afstand