5 Randsvoorstel vervolg/81 tussen de bedrijven en de geplande woningbouw in acht moeten worden genomen, waardoor er nog minder woningen gerealiseerd zouden kunnen worden Tevens zou door het handhaven van de beide bedrijven de stedebouwkun— dige opzet voor het zuidelijke gedeelte van de geplande wijk worden aangetast Een stedebouwkundige inpassing van de bedrijven tussen de geplande woningbouw 1b dan ook niet mogelijk. Gezien het vorenstaande is het noodzakelijk, om de realisering van het bestemmingsplan Westerpark mogelijk te maken, dat uw raad besluit tot onteigening van de percelen en perceelsgedeelten en opstallen van de de heer J.J.A. van Eggermond, ZuilenBtraat 83 en A.B. van Eggermond, Zuilenstraat 107 te Breda. De tekening nr. 62407, waarop de te onteigenen percelen c.q. perceels gedeelten en opstallen zijn aangegeven, de lijst van eigenaren, de toelichting, de tekening nr. 61685 waarop de percelen van reclamant zijn aangegeven, alsmede tekening nr. 61380 (plattegrond Breda met straatnamen), zijn voor u ter inzage gelegd. Consequenties Juridische Op grond van het bepaalde In artikel 84 van de Onteigeningswet kunnen belanghebbenden die tijdig hun zienswijze naar voren hebben gebracht, bij de Kroon schriftelijk bedenkingen naar voren brengen tegen het raadsbesluit tot onteigening. Communicatie N v t

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 513