6
Raadsvoorstel vervolg/ 83
houden in:
a. De 56-jarigenregeling.
De 56-jarigenregeling voor de ambtenaar die op of na 1 april 1996 van
deze regeling gebruik wil maken, wordt aangepast op het onderdeel
uitbetaling van de bezoldiging, t.w. de doorbetaling van de volledige
bezoldiging wordt verminderd tot 90%.
Deze vermindering van bezoldiging geldt uitsluitend voor de nieuwe
gevallen. Artikel 5:5 van de CAR bepaalt dat degene ten aanzien van
wie geldt dat de werktijd voor 1 april 1996 is verminderd, de volledi
ge voor hem geldende bezoldiging behoudt, met uitzondering van degene
die gebruik maakt van de eenmalige mogelijkheid te kiezen voor de 60-
j arigenregeling
Voor nieuwe gevallen (degenen die op of na 1 april 1996 van de 56-
jarigenregeling gebruik maken, of degenen, die reeds van de 56-jari
genregeling gebruik maken en hun keus voor de 60-jarigenregeling
kenbaar hebben gemaakt, geldt dat de bezoldiging gedeeltelijk wordt
uitbetaald. Hierbij wordt opgemerkt dat de pensioenopbouw wordt
voortgezet op basis van de volledige bezoldiging en dat voor de
berekeningsbasis van het wachtgeld eveneens de volledige bezoldiging
blij ft
b. De 60-jarigenregeling.
Het karakter van de regeling.
Per 1 april 1996 wordt een nieuwe vorm van seniorenbeleid ingevoerd:
de 60-jarigenregeling. Deze regeling draagt, in afwijking van de pré-
VUT voorziening (artikel 5:2 van de CAR), niet het karakter van een
VUT-regeling. In tegenstelling tot het VUT-regime, is geen ontslag
vereist wanneer betrokkene van deze regeling gebruik maakt. Daarbij is
het zo dat de 60-jarigenregeling gelijkenis vertoont met de 56-jari
genregeling op het onderdeel van de gedeeltelijke uitbetaling van de
bezoldiging. Dit betekent dat van degene die van de 60-jarigenregeling
gebruik maakt, de pensioenopbouw volledig wordt voortgezet, en dat de
berekeningsbasis voor bijvoorbeeld de uitkering ingevolge de VUT-wet
de volledige bezoldiging blijft. Twee elementen van het (wettelijk)
VUT-regime zijn overgenomen, de omschrijving van het diensttijdbegrip
en de wijze van verrekenen van neveninkomsten.
Inhoud van de regeling.
De 60-jarigenregeling bestaat eruit dat, indien aan de gestelde
voorwaarden is voldaan, de werktijd van de ambtenaar van 60 jaar en
ouder tot de helft wordt teruggebracht, waarbij de bezoldiging voor
95% wordt uitbetaald tot het moment dat de VUT-gerechtigde leeftijd
wordt bereikt. Wanneer degene, die van de 60-jarigenregeling gebruik
maakt, daaraan voorafgaand gebruik maakte van de 56-jarigenregeling,
wordt de bezoldiging voor 82,5% uitbetaald tot het moment dat de VUT-
gerechtigde leeftijd wordt bereikt.