5 Raadsbesluit vervolg/ 83 te betalen bezoldiging na vermindering nooit minder bedraagt dan 50. 5. Het vierde lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van inkomsten uit of in verband met arbeid of bedrijf, ter hand genomen gedurende vakantie, verlof of non-activiteit onmiddellijk voorafgaande aan de vermindering van de werktijd. 6. Wanneer de betrokkenen op of na de dag, bedoeld in het vierde lid, inkomsten of hogere inkomsten verkrijgt uit arbeid of bedrijf, ter hand genomen voor evenbedoelde dag, is ten aanzien van die inkom sten of hogere inkomsten het bepaalde in het vierde lid van over eenkomstige toepassing. De hier bedoelde vermindering vindt echter niet plaats, indien de inkomsten of hogere inkomsten het gevolg zijn van algemene loonsverhogingen of indien de betrokkene aanne melijk maakt dat die inkomsten niet het gevolg zijn van verhoogde werkzaamheid of van andere oorzaken, verband houdende met het ontslag. 7. De betrokkene doet van het ter hand nemen van arbeid of bedrijf op of na de dag waarop de werktijd is verminderd of schriftelijk is medegedeeld dat het verzoek tot terugbrengen van de werktijd, bedoeld in het eerste of tweede lid, is ingewilligd, terstond mededeling aan burgemeester en wethouders of aan een door dezen aan te wijzen ambtenaar. Daarbij doet hij, voor zover mogelijk, opgave van de inkomsten die hij uit die arbeid of dat bedrijf zal verkrijgen. Tijdelijke of blijvende wijzigingen in alle evenge- noemde bedragen geeft hij tijdig op voor het verschijnen van de eerstvolgende bezoldigingstermijn. 8. Indien de in het vierde tot en met zesde lid bedoelde bedragen niet vooraf door de betrokkene zijn op te geven, doet hij voor het verschijnen van elke bezoldigingstermijn opgave van hetgeen hij sedert het ter hand nemen van de arbeid of het bedrijf dan wel sedert de vorige opgave heeft verkregen. Brengt de aard van de arbeid of het bedrijf, ter beoordeling van burgemeester en wethou ders, mede dat de inkomsten over een langere termijn moeten worden berekend, welke echter niet langer dan een jaar mag zijn, dan geschiedt de opgave dienovereenkomstig en wordt het bedrag van de vermindering voorlopig vastgesteld onder voorbehoud van verreke ning aan het einde van evenbedoelde termijn. 9. Bij de vaststelling van het bedrag van de vermindering kan van een opgave als bedoeld in het zevende lid worden afgeweken. 10. Het in het zesde en zevende lid bepaalde vindt overeenkomstige toepassing ten aanzien van arbeid of bedrijf en de inkomsten daaruit, bedoeld in het vierde en vijfde lid. 11. Door het aanvaarden van de vermindering van de werktijd wordt de betrokkene geacht er in toe te stemmen, dat zij die naar het oordeel van burgemeester en wethouders daarvoor in aanmerking komen alle voor de uitvoering van dit artikel noodzakelijke inlichtingen geven. 12. Indien de betrokkene één of meerdere verplichtingen als bedoeld in het zesde en zevende lid niet nakomt, kan burgemeester en wethou-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 532