3. De secretaris van de commissie kan aan de besprekingen deelnemen. 2 Raadsbesluit vervolg/106 c. de Christelijke centrale van overheids- en onderwijzend personeel (CCOOP) en d. de Centrale van middelbare en hogere functionarissen bij over heid en onderwijsbedrijven en instellingen (CMHF) 3. De samenstelling van het projectcollege is als volgt: de burge meester van Breda (voorzitter)de wethouder middelen van Breda, de burgemeesters van Nieuw-Ginneken, Prinsenbeek en Teteringen en de gemeentesecretaris van Breda als secretaris. 4. Er is een commissie voor bijzonder georganiseerd overleg, die is samengesteld uit een vertegenwoordiging van de betrokken gemeente besturen en een vertegenwoordiging van de toegelaten organisaties. Hoofdstuk 2. Samenstelling. Artikel 2 1. De commissie is samengesteld uit a. een vertegenwoordiging van de besturen van de bij de herindeling betrokken gemeenten Breda, Nieuw-Ginneken, Prinsenbeek, Teterin gen en b. een vertegenwoordiging van de organisaties. 2. Voor de vertegenwoordiging van de gemeentebesturen wijzen de Colleges van B&W uit hun midden elk een vertegenwoordiger en diens plaatsvervanger aan. 3. Voor de vertegenwoordiging van de organisaties bedoeld in artikel 1 lid 2, wordt -zover deze zitting hebben in het plaatselijk georganiseerd overleg- per centrale en per gemeente een lid en diens plaatsvervanger aangewezen. De aanwijzing geschiedt door en uit de organisaties. Artikel 3 1. De aanwijzing als bedoeld in artikel 2, de leden 2 en 3, vindt zo spoedig mogelijk plaats. 2. Degene, die als lid of als plaatsvervanger door een organisatie is aangewezen, houdt op dit te zijn zodra hij geen lid van de organi satie of geen ambtenaar meer is, alsmede indien de organisatie schriftelijk aan het College van B&W doet weten dat zijn aanwij zing als vertegenwoordiger of plaatsvervanger is ingetrokken. In deze gevallen wordt zo spoedig mogelijk een opvolger aangewezen. 3. Degene, die ophoudt deel uit te maken van het projectcollege als vertegenwoordiger van de bij de herindeling betrokken gemeenten, houdt daarmee tevens op lid te zijn van de commissie. Artikel 4 1. De voorzitter van de commissie alsmede diens plaatsvervanger wordt aangewezen door het projectcollege uit de in artikel 2, lid 1, letter a genoemde vertegenwoordiging. 2. Het projectcollege wijst een ambtenaar aan, niet behorende tot de vertegenwoordiging van de organisaties, tot secretaris van de commissie, alsmede diens plaatsvervanger. Zo nodig stelt het projectcollege verder personeel voor het secretariaat ter beschik king.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 667