Gemeente Breda
Raadsvoorstel 1996,108
Registratienummer 968000061
Dienst/afdeling SAW/WZ/VAC
Aantal bijlagen 2
Betreft: Vaststelling inkomsten en uitgaven openbaar basisonderwijs
periode 1 augustus 1985 tot en met 31 december 1990.
Inleiding
Op grond van artikel 105d van de Wet op het Basisonderwijs is het
noodzakelijk over iedere periode van vijf jaren vast te stellen de
inkomsten en uitgaven van het openbaar basisonderwijs om te kunnen
bezien of er sprake is van een overschrijding van de inkomsten,
waardoor eventueel een doorbetaling van deze overschrijding dient
plaats te vinden aan het bijzonder basisonderwijs.
Tevens dient vastgesteld te worden de staat van voorzieningen, welke
ten behoeve van het openbaar basisonderwijs zijn ingesteld.
De eerste periode, waarover de Wet op het Basisonderwijs van kracht
is, is de periode 1 augustus 1985 tot en met 31 december 1990.
De eerste zeven maanden van 1985 zijn al vastgesteld onder de werking
van de toe nog van kracht zijnde Lager Onderwijswet 1920 en de Kleu-
teronderwij swet
Dat een en ander nu eerst ter vaststelling wordt aangeboden, vindt
oorzaak in het feit, dat het Ministerie eerst enkele jaren na 1990 in
staat is geweest de rijksvergoedingen vast te stellen alsmede het
feit, dat de gemeentelijke financiële administratie op dit onderdeel
de nodige financiële correcties behoefden, welke inmiddels door de
projectgroep Onderwijsrechten en -verplichtingen zijn aangebracht.
De werkwijze van de werkgroep en de uiteindelijke financiële resulta
ten zijn onderworpen aan een accountantscontrole, welke middels
bijgaande verklaring een akkoord uitspreekt over de thans vast te
stellen bedragen.
Gezien het gegeven, dat het verschil tussen inkomsten en uitgaven in
totaal een positief saldo kent van 252.622,--, kan vaststelling van
overschrijdingsbedragen ten behoeve van het bijzonder basisonderwijs
achterwege blijven.