Het jaar 1996 willen wij beschouwen als een overgangsjaar. In de eerste plaats omdat de looptijd vandeTWSSV op 31 december afloopt. Daarom moet in 1996 de bestuurlijke verantwoordelijkheid en financiering van de ambulante verslavingszorg definitief vorm krijgen. Daarnaast zal de organisatorische vormgeving van de verslavingszorg in de regio Breda in 1996 gestalte krijgen. De voorgenomen fusie tussen CAD en CPZ-V wordt in 1996 voorbereid om zo mogelijk op 1-1- 1997 operationeel te worden. Bovendien zal het jaar 1996 gebruikt worden om de afsplitsing van het Straathoekwerkteam af te handelen. Daarnaast willen wij het jaar 1996 als overgangsjaar gebruiken om in overleg met zowel CAD/CPZV als met DHV-nieuwe stijl tot goede output-afspraken te komen. De huidige aanpak bouwt teveel voort op de werkwijze zoals die werd gehanteerd toen de ambulante verslavingszorg nog door het rijk werd gesubsidieerd en is vooral input-gericht. Het CAD werkt in dit verband mee aan een landelijk project produktnormering. De eerste resultaten zijn in het voorjaar van 1996 ter beschikking gekomen. Naar onze opvatting dienen de te subsidiëren activiteiten concreet vertaald te zijn in te leveren producten met een vooraf bepaald gewenst effect. Begin 1994 zijn de gegevens bekend geworden van een onderzoek "Naar een nieuwe aanpak van de Bredase drugsproblematiek", uitgevoerd door Statistiek en Onderzoek. Hiermee werd inzicht gegeven in de Bredase drugsituatie. Hierbij werd gebruik gemaakt van de registratie-systemen van CAD, Straathoekwerkteam en de politie. Het Drug Related Crime-project van de politie bleek goede resultaten te boeken. Er werd geconstateerd dat de afname van de veel voorkomende criminaliteit echter tot stilstand was gekomen, mede als gevolg van het cellentekort. Bovendien werd duidelijk dat het grootste deel van de personen in het DRC-project in een vicieuze cirkel terecht waren gekomen van criminaliteit en politiële/justitiële trajecten. Daarom is in overleg tussen gemeente Breda, Openbaar Ministerie, politie en hulpverlening een integraal project "Drang op Maat" ontwikkeld. Dit project is erop gericht verslaafden die in aanraking komen met politie/justitie, de keuze te geven tussen celstraf en hulpverlening (onder drang). Vanwege de gefragmenteerde toekenning van middelen door het rijk en diverse andere aanloopproblemen, zal dit project pas medio 1996 van start kunnen gaan. Ten behoeve van dit project wordt een registratie-systeem ontwikkeld, dat zicht moet geven op de drugsoverlast en de vermindering daarvan. Naar aanleiding van het onderzoek "Naar een nieuwe aanpak van de Bredase drugsproblematiek" zijn de mogelijkheden onderzocht vooreen centraal registratiesysteem van het druggebruik in Breda. In verband met privacy-regelgeving bleek uitwisseling van gegevens tussen verschillende instanties zoals politie en hulpverlening, niet eenvoudig. Om een goed inzicht te behouden in de omvang van de problematiek in Breda en vanwege het Drang op Maat-project, is het echter noodzakelijk de mogelijkheden van een centraal registratie-systeem opnieuw, gelet op de nieuwe organisatie, te onderzoeken. In het tweede onderzoek "Gokt Breda?" dat ten behoeve van de evaluatie van het Speelautomatenbe- leid wordt uitgevoerd is tevens aandacht besteed aan o.a. het XTC-gebruik onder jongeren. Naar aanleiding van de uitkomsten van deze enquête zal bekeken worden of gemeentelijke maatregelen nodig en mogelijk zijn. Bovendien zullen uit het vorig jaar gestarte driejarige leerlingzorg-project "GRAS" (Gokken, Roken, Alcohol, Softdrugs) gegevens over softdrugsgebruik onder jongeren beschikbaar komen. Ditproject wordt uitgevoerd door Onderwijsbegeleidingsdienst en Onderwijsvoorrangsgebied (OBD/OVG) in samenwerking met de gemeente Breda, het CAD en de GGD. 7 Overgangsjaar Informatie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 727