3.3. Wijziging Drank- en Horecawet. Gemeentewet (drugspanden)
Tegen de tijd dat de mogelijke wijziging van de Drank- en Horecawet gereed is, zal bezien worden
welke effecten dit heeft voor de gemeente Breda en of wijziging van regelgeving/beleid noodzakelijk
is.
In de situatie waarin zich handel van harddrugs vanuit woonhuizen voordoet, kan alleen de
verhuurder, indien het een huurwoning betreft, via een civielrechtelijke procedure ontruiming
bewerkstelligen. In de overige gevallen (indien het een particuliere eigenaar betreft) bestaat geen
afdoende oplossing.
Afhankelijk van de inhoud en strekking van het wetsvoorstel tot wijziging van de Gemeentewet
zullen in het lokale driehoeksoverleg afspraken gemaakt worden over de gezamenlijke aanpak van
deze problematiek.
Momenteel is bij de politie een aantal panden in Breda bekend waarvan het vermoeden bestaat
dat er vanuit deze panden drugs wordt verhandeld. Er zal een strafrechtelijk onderzoek gedaan
worden om na te gaan of dit daadwerkelijk zo is. Vorig jaar zijn een aantal huurpanden, van waaruit
drugs werden verhandeld, gesloten door de woningbouwvereniging. Deze maatregelen werden
getroffen nadat een strafrechtelijk onderzoek had plaatsgevonden.
3.4. Handel in softdrugs
Sluitingsbeleid koffieshops
Zoals bekend voert de gemeente Breda sinds 1991 een beleid ten aanzien van koffieshops. Dit
beleid is vastgelegd in de notitie 'Sluitingsbeleid koffieshops'. De adviezen van de regering met
betrekking tot het beperken van het aantal koffieshops, lokatie-eisen en leeftijdsgrenzen maken
al deel uit van dit beleid.
Doelstellingen van dit beleid zijn:
- terugbrengen van het aantal koffieshops naar 13;
- beheersbaar maken van de overlast;
- tegengaan van vestiging van nieuwe koffieshops;
- tegengaan van gebruik van softdrugs door jeugdigen;
Deze doelstellingen zijn inmiddels voor een groot deel gerealiseerd:
- het aantal koffieshops is teruggebracht van 26 in 1991 tot 18 in 1996;
- de overlast veroorzaakt door koffieshops is (blijkens meldingen bij politie) afgenomen. De
klachten die worden gemeld spitsen zich met name toe op geluidsoverlast (hiertegen kan op
basis van de Wet Milieubeheer worden opgetreden) en het rondhangen van jongeren. De
klachten houden derhalve niet altijd verband met de handel in softdrugs in de koffieshop maar
met de aanwezigheid van een horeca-inrichting als zodanig. Daarnaast is de overlast niet dermate
ernstig dat daartegen bestuursrechtelijk moet/kan worden opgetreden.
- de sluitingscriteria uit het beleid zijn algemeen bekend. Het beleid werkt goed. Daarom wordt
geen wijziging voorgesteld. Dit betekent ondermeer dat vooralsnog niet zal worden overgegaan
tot het sluiten van convenanten met koffieshopexploitanten. Met convenanten wordt hetzelfde
bereikt als met de huidige sluitingscriteria.
- de vestiging van nieuwe koffieshops kan goed worden tegengegaan. Vanaf 1991 zijn er 12
nieuwe koffieshops gesloten. Drie koffieshops hiervan zijn voor een tweede maal gesloten.
- het beleid kan de rechterlijke toetsing doorstaan. In zes gevallen is een verzoek om voorlopige
11
Drank- en horecawet
Gemeentewet; drugspanden