voorziening bij voorzitter van de Raad van State/de rechtbank ingediend en een bezwaarschrift bij de burgemeester ingediend. In drie gevallen is de gemeente in het gelijk gesteld en in drie gevallen niet. Het ging in dit gevallen niet om de toetsing van de hoofdlijnen van beleid maar om interpretatie-kwesties in de uitvoering (bijvoorbeeld is er al dan niet sprake van een exploitantenwisseling). Bewust is in die gevallen aangestuurd op een gerechtelijke uitspraak teneinde hierover duidelijkheid te verkrijgen. De hoofdlijnen van beleid waren voor de rechter geen punt van discussie. - de huidige overgangsregeling (bestaande koffieshop mag blijven tenzij er een wijziging in exploitatie optreedt) werkt goed. Op basis van deze overgangsregeling zijn in verleden zo'n 5 koffieshops 'spontaan' verdwenen. Wij continueren deze overgangsregeling zodat er op termijn uiteindelijk 13 koffieshops in Breda aanwezig zijn. - in Breda worden geen moraliteitseisen gesteld aan exploitanten van zogenaamde droge horeca- inrichtingen (ook de koffieshops vallen hier onder). Landelijk is de regering in samenwerking met de VNG doende te bezien of met betrekking tot deze exploitant/beheerder/inrichtingen modelbepalingen kunnen worden ontwikkeld ten aanzien van kwaliteits- en moraliteitseisen. Wij wachten de resultaten hiervan af. Overigens leveren deze categorie inrichtingen in Breda vooralsnog geen ernstige openbare orde problemen op. - het beleid bewerkstelligt een scheiding tussen harddrugs en softdrugs. Zodra blijkt dat naast softdrugs ook harddrugs wordt aangetroffen wordt het bedrijf gesloten. - door het college wordt het aanbod van softdrugs in combinatie met het aanbod van alcohol of de aanwezigheid van speelautomaten, zoals dat in enkele koffieshops bestaat, als minder wenselijk ervaren. Op basis van het nieuwe speelautomatenbeleid wordt er geen vergunning verleend voor het aanwezig hebben van kansspelautomaten aan zogenaamde laagdrempelige inrichtingen. Dit zijn horeca-inrichtingen die het publiek niet pleegt te bezoeken voor het nuttigen van alcoholische dranken e.d. maar voor andere doeleinden zoals het nuttigen van snacks, recreatie-doeleinden e.d. Vanaf 1 januari wordt hierbij voor nieuwe inrichtingen rekening gehouden. Vanaf 1 januari 1997 moeten alle inrichtingen aan de nieuwe eisen van het beleid voldoen. Uit controles door politie en speelautomatencontroleur zal moeten blijken of een koffieshop een laagdrempelige horeca-inrichting is of niet. Hoewel er momenteel nog geen grote problemen voortvloeien uit deze combinatie blijft er aandacht voor een eventuele combinatie van risico's. Ook levert de combinatie alcohol en softdrugs vooralsnog geen openbare orde problemen op. Bovendien zijn de mogelijkheden van het gemeentebestuur om een dergelijke combinatie te voorkomen gering. Zo kan een Drank- en horecavergunning niet geweigerd worden omdat er softdrugs in het pand worden verkocht. Wij streven ernaar om zodra wij mogelijkheden hebben om de combinatie tegen te gaan (wellicht dat de wijziging van de Drank- en horecawet mogelijkheden aanreikt), wij die zullen gebruiken. Ten aanzien van de controle en uitvoering van het beleid kan het volgende worden opgemerkt: - uit de Drugsnota blijkt dat het strafrechtelijk beleid (AHOJ-G criteria) erop gericht is, het gemeentelijke beleid ten aanzien van koffieshops te ondersteunen. In samenwerking met de politie en justitie moet volgens de regering worden gestreefd naar beheersing van het fenomeen koffieshops. Om hier uitwerking aan te geven is informatie-uitwisseling over het beleid en de uitvoering daarvan, tussen de partners, waarbij dwarsverbanden tussen de verschillende beleidsterreinen worden gelegd, een randvoorwaarde. De afstemming tussen gemeente (openbare orde), politie en OM (strafrecht), zullen dan ook via het lokale driehoeksoverleg geïntensiveerd worden; - voor het jaar 1996 zijn bij de politie reguliere routinematige controles gepland. Deze controles zullen met verschillende disciplines (belastingdienst e.d.) verricht worden. Op 16 januari j.l. 12

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 732