3
Raadsvoorstel vervolg/116
ad 3. exploitatie-uitgangspunten:
In het ".aanbestedingsdocument" zijn de uitgangspunten opgenomen, op
basis waarvan de kandidaten bij inschrijving hun exploitatie-ramingen
dienen te baseren (Hoofdstuk 3
Vanuit het gegeven dat de raad heeft aangegeven een risicodragende
exploitant te zoeken, een marktgerichte en efficiënte exploitatie na
te streven en op afstand te willen sturen, is het aantal exploitatie
uitgangspunten beperkt tot de essentie van hetgeen de gemeente Breda
vooraf zeker wil stellen.
Mede op basis van de consultatie van direct betrokken gebruikers en
een voorbespreking met de leden van de raadscommissie SAW zijn op de
volgende exploitatie-onderdelen randvoorwaarden in het aanbestedings
document opgenomen
A. instandhouding/onderhoud:
In het "aanbestedingsdocument" is aangegeven welke voorwaarden aan het
onderhoudsnivo gesteld worden. Hiertoe dient bij de af te sluiten
exploitatie-overeenkomst een meerjaren onderhoudsplan overeengekomen
te worden. Omdat ook tussentijdse vervangingsinvesteringen in de
exploitatie-periode aan de orde kunnen komen, is aangegeven dat de
gemeente Breda in principe een afschrijvingstermijn van 20 jaar zal
hanteren. In de vraagstelling bij de inschrijvingen dient door kandi
daten gemotiveerd aangegeven te worden op welke onderdelen zij een
kortere afschrijvingstermijn gehanteerd willen hebben.
B. gebruik:
1. verenigingsactiviteiten:
Op basis van opgaven van zowel de zwemverenigingen als de Stichting
Zwemvoorzieningen Breda is het huidige verenigingsgebruik als uit
gangspunt genomen in de exploitatie-voorwaarden
De exploitant dient voor wekelijkse training en instructie tenminste
44 u/w. beschikbaar te stellen. Daarnaast dient hij een variabel
aantal uren beschikbaar te stellen voor competitie-wedstrijden en
evenementen. Dit variabele urenaantal dient in overleg tussen exploi
tant en verenigingen te worden bepaald.
Inroostering en invulling van de verenigingsuren is een zaak van
redelijk overleg tussen exploitant en verenigingen, zodat op dit punt
geen nadere voorwaarden worden gesteld.
De verenigingen zullen hun uren tegen de te offreren kostprijs van de
exploitant afnemen.
Het gegeven dat de gemeente verenigingen voor bepaalde activiteiten in
een bepaalde omvang subsidiëert, doet voor de exploitant in dit kader
niet ter zake
De gemeente dient omwille van de te maken meerjaren-afspraken wél aan
de toekomstige exploitant aan te geven voor hoeveel verenigingsuren
zij de opbrengst garandeert. Dit aantal is gesteld op 36 u/w. Dit
urenaantal is lager dan de huidige vaste en variabele uren, omdat:
het een garantie voor langere tijd betreft,
in de nieuwe configuratie met betere faciliteiten de verenigingen
wellicht hun activiteiten in minder uren kunnen realiseren,
stringente toepassing van de gemeentelijke subsidievoorwaarden er