4
Raadsvoorstel vervolg/ 122
Daarna verzocht het Florijn College het gemeentebestuur medewerking te
verlenen aan de vestiging van dit instituut in de (uit te breiden)
voorbouw van het voormalige St. IgnatiusziekenhuisNadat het gemeen
tebestuur haar medewerking toezegde aan deze vestiging van het Florijn
College, werd het voorliggende plan (nogmaals) aangepast. In deze
laatste versie en de verdere uitwerking hiervan is het behoud van de
voorbouw opgenomen.
De firma Heijmans heeft het St. Ignatiusterrein gekocht medio 1994.
Een verkavelingsvoorstel voor het gehele StIgnatiusterrein, inclusief
het gedeelte van het Florijn College, werd opgesteld door de gemeente
Breda en in overleg met alle participanten, zijnde het Revalidatiecen
trum, het Florijn College, firma Heijmans B.V. en de gemeente, bespro
ken. Over de invulling is overeenstemming bereikt op 6 juli 1994.
Op grond van het verkavelingsvoorstel zijn randvoorwaarden voor het
openbare gebied opgesteld in februari 1995 en deze randvoorwaarden
zijn ons college vastgesteld in maart 1995.
Samenvattend delen wij niet de mening van reclamanten, gezien boven
staande feitelijke weergave van de ontwikkelingen van het St. Ignati-
usterein, dat voor de invulling van het St. Ignatiusterrein pas een
start is gemaakt nadat de firma Heijmans de eigendom van het terrein
heeft verworven.
Alle uitgangspunten van de ontwikkelingsschets, de totale invulling
van het St. Ignatiusterrein en alle overige ontwikkelingen, welke zich
in de loop der tijd in Brabantpark hebben voorgedaan, zijn uitgangs
punt geweest bij het opstellen van het voorontwerp-bestemmingsplan
Brabantpark. Dit voorontwerp-bestemmingsplan is opgesteld in 1993 en
is bij besluit van 8 maart 1994 door ons college vrijgegeven voor
vooroverleg ex artikel 10 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening
en een inspraakavond is gehouden op 23 juni 1994.
Het (aangepaste) ontwerp-bestemmingsplan Brabantpark is bij besluit
van ons college van 12 december 1995 vrijgegeven voor tervisielegging,
welke heeft plaatsgevonden met ingang van 18 december 1995 gedurende 4
weken.
De Wet op de Ruimtelijke Ordening kent in artikel 19 WRO een uitdruk
kelijke bevoegdheid tot het voeren van de anticipatieprocedure. Op
grond hiervan wordt het mogelijk gemaakt een bouwvergunning af te
geven, nadat Gedeputeerde staten van Noord-Brabant een verklaring van
geen bezwaar hebben afgegeven.