3
Raadsvoorstel vervolg/ 13
aanwezige baggerspecie. Dit is voor een belangrijk deel veroorzaakt
door de rioolslib- en vuilwaterlozingen op de singels tijdens zware
regenbuien vanuit het gemeentelijke rioolstelsel. Zoals bekend worden
deze rioolslib- en vuilwaterlozingen op het oppervlaktewater aangepakt
in het kader van het Rioolbeheerplan.
Door de slechte milieukwaliteit van de baggerspecie wordt het verwer
ken of deponeren van de vrijkomende specie een kostbare aangelegen
heid. In september 1994 zijn in gezamenlijk overleg dieptepeilingen
uitgevoerd, waaruit is gebleken dat op basis van de niet onderbouwde
theoretische profielen een hoeveelheid van ca. 50.000 m3 bagger in de
singels en in het desbetreffende deel van de Mark aanwezig was.
Hierbij moet worden opgemerkt dat er momenteel erg veel baggerspecie
in de singels ligt omdat de gemeente Breda de laatste 7 jaar vóór het
tijdstip van overdracht niet meer heeft gebaggerd. Door de dienst
Stadsbeheer is berekend dat in hieraan voorafgaande 30 jaar gemiddeld
per jaar ca. 5000 m3 baggerspecie uit de singels en het desbetreffende
deel van de Mark is gebaggerd.
Dit is de reden waarom ons college aan het HWB het voorstel doet,
gebaseerd op een achterstallige hoeveelheid onderhoudsbagger van
35.000 m3te weten (5.000 m3 gedurende 7 jaar). De prijs voor de
uitvoering van de baggerwerken is bepaald op 4 0,= per m3, aan de
hand van de door het HWB hiervoor geraamde kosten. Daarbij is rekening
gehouden met de mogelijkheden die het HWB heeft om de gebaggerde
specie te deponeren in een onderwaterdepot nabij Dinteloord.
Het HWB is al geruime tijd bezig met het verkrijgen van de benodigde
vergunningen, hiervoor. Zoals het er nu naar uitziet kan het HWB begin
1996 gaan beginnen met het baggeren en het inrichten van dit depot,
dat bedoeld is als specieberging voor ca. 300.000 m3 zeer urgente
specie. Na 1996 zou dit depot weer vol zijn en moet opnieuw naar
andere, mogelijk veel duurdere baggerdepots worden gezocht. Het is
voor de gemeente Breda derhalve van groot belang om tijdig in te
spelen op de mogelijkheden die zich voor nu voor het HWB voordoen om
goedkoop te kunnen baggeren zolang dit onderwaterdepot nabij Dintel
oord nog beschikbaar isDaarbij komt dat naar het oordeel van ons
college hiermee naar behoren uitvoering wordt gegeven aan het uit
gangspunt zoals verwoord in het gezamenlijk rapport van de werkgroep
Breda. Uit het hierbovenstaande volgt dat de tijd rijp is om aan het
HWB een eindbod te doen.
Ingeval het HWB ons voorstel niet acceptabel vindt, dan zijn wij van
mening dat nieuwe onderhandelingen over deze baggerproblematiek geen
positieve bijdrage meer kunnen leveren aan het oplossen daarvan. Wij
stellen in dat geval voor om de oplossing van deze problematiek in
handen te geven van een arbitrage-commissie.