7 Raadsvoorstel vervolg/ 131 Voor beide initiatieven wordt voorgesteld een werkbudget te reserve ren, van waaruit initiatieven kunnen worden gestimuleerd en onder steund. Het gaat hierbij om een bedrag van 273.450,-. Consequenties FINANCIEEL Resumerend: voorgesteld wordt de eenmalige bijdrageregeling Stadseco- nomie als volgt te besteden: 1. Mgr. Nolensplein 900.000,- 2. Stimulering Innovatief Ondernemerschap 350.000,- 3. Toeristische Monitor 125.000,- 4. Valkeniersplein 750.000,- 5Kantoorverzamelgebouw Breda 500.000,- 6. Wijk-werk-terrein Inlopers 273.450,- TOTAAL l O in co O» co CM Bovenstaande projecten passen uitstekend binnen het kader dat door het Rijk is geschetst. Naast dit inhoudelijke aspect is als belangrijke voorwaarde gesteld dat de toegekende middelen in 1996 tot besteding worden gebracht. In algemene zin kan worden gesteld dat gezien het tijdstip waarop de gemeenten zijn geïnformeerd over de eenmalige middelen, het uitgeslo ten is dat gezien de eis van uitvoering in 1996 het hierbij volledig om relevante nieuwe projecten zou gaan. Dit probleem wordt overigens in alle G15 steden gesignaleerd en - indirect- ook door het Rijk erkend. Gezien bovenstaande wordt dan ook de navolgende substitutie van geldstromen voorgesteld: de eenmalige bijdrageregeling Stadseconomie wordt voor zover noodzakelijk aangewend voor de financiering van reeds uitgewerkte, bestuurlijk geaccordeerde en van financiële dekking voorziene projecten in de sfeer van de eenmalige bijdrage, die zeker in 1996 tot besteding komen. Het aldus "vrijgespeelde" bedrag wordt bindend geoormerkt voor beste ding in de sfeer van het aktieplan economie en werk voor 1997 en volgende jaren. Ook andere G15-steden werken volgens deze methodiek. Als voorbeeld is bijgevoegd de besluitvorming hieromtrent in de gemeente Tilburg. Van het voorgestelde projectenoverzicht kunnen de projecten één tot en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 831