- 2 -
EFRO
Ook de samenwerking tussen de G15 wat betreft Europese initiatieven biedt
mogelijkheden voor deelname in Europese programma's. Met name de toekomstige
tranches voor art. 10 EFRO tot 1999 acht ik daartoe een mogelijkheid. Ik heb
dan ook het initiatief genomen richting de Staatssecretaris van Economische
Zaken om te bezien of terzake werkafspraken zijn te maken. Mijn voorstel is
daarbij om de komende jaren in gezamenlijk overleg tussen Economische Zaken,
de G15 en Binnenlandse Zaken te bezien welk optimaal resultaat in dit verband
bereikt kan worden.
Of en in hoeverre een dergelijke afspraak tot stand kan komen zal ik na overleg
met de Staatssecretaris van Economische Zaken berichten.
r
40.000 Banenplan
Recent is door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en mij de
verlenging van de regeling extra werkgelegenheid langdurig werklozen
ondertekend. Separaat krijgt u deze voorgelegd met het verzoek - evenals in
1995 - u bereid te verklaren deel te nemen aan de regeling.
Kort samengevat betekent de nieuwe toedeling van aantallen banen grosso modo
een verdrievoudiging van de eerder toegekende aantallen. Concreet voor de G15
een aandeel van 70% en de G15 een gefixeerd aandeel van 25X.
Voorts zijn behoudens de in januari aangekondigde uitbreiding met een achttal
steden vier steden toegevoegd. Deze 12 steden zijn door het ministerie van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid geselecteerd op grond van de zogenoemde ABW
maatstaf (gerechtigden). Voor deze groep van gemeenten is 5X van het aantal
banen voor 1996 gereserveerd.
Volledigheidshalve wijs ik nogmaals op de noodzaak om zo spoedig als mogelijk
bezetting van deze banen te realiseren. In gemeenten waar de invulling van
banen sterk achterblijft bij de toegekende aantallen is het immers
onontkoombaar dat bij toekomstige tranches een lagere toedeling plaats vindt en
het saldo wordt toegekend aan overige gemeenten.
In samenwerking met de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en
Volksgezondheid, Welzijn en Sport wordt in 1996 voorts gewerkt aan de vorming
van een meer structurele regeling (wet of AMVB).
Tot slot memoreer ik dat vorengenoemde initiatieven naar mijn overtuiging een
positieve impuls betekenen voor het in uw gemeente in ontwikkeling zijnde GSB.
Tegelijkertijd besef ik dat al deze en veel andere initiatieven ook een enorme
inspanning van u vragen, en zullen vragen.
DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN,
J.