Gemeente Breda
Raadsvoorstel 1996/ 141
Registratienummer 967002142
Dienst/afdeling RME/JZ
Aantal bijlagen
Betreft: Het voeren van een artikel 19 W.R.O.-procedure ten behoeve
van het bouwplan van Unikoop 39 voor de bouw van een Indoor Kartbaan
aan de Mijkenbroek.
Inleiding
Op 30 mei 1996 is bij ons ingekomen een aanvraag om bouwvergunning van
Unikoop 39 voor de bouw van een Indoor Kartbaan aan de Mijkenbroek*.
Het perceel is gelegen in het bestemmingsplan "Haagse Beemden Oost
1969/11". Hoewel binnen dit bestemmingsplan de betreffende locatie de
bestemming "Recreatieve Doeleinden" heeft, biedt artikel 15 van de
voorschriften geen bebouwingsmogelijkheden. Het bouwplan is derhalve
niet in overeenstemming met de voorschriften van het geldende bestem
mingsplan.
Uw raad heeft op 21 september 1995 een voorbereidingsbesluit* voor het
hiervoor genoemde perceel genomen. Er is nog geen nieuw bestemmings
plan vastgesteld.
Voorstel
Te besluiten om ten behoeve van het op 30 mei 1996 ingekomen bouwplan
van Unikoop 39 voor de bouw van een Indoor Kartbaan op een perceel
gelegen aan de Mijkenbroek de procedure ex artikel 19a W.R.O. te
voeren.
Motivering/Toelichting
Artikel 18, lid 2 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening bepaalt
dat elk verzoek om een bouw- of aanlegvergunning, dat slechts kan
worden ingewilligd na verlening van vrijstelling als bedoeld in de
artikelen 17 tot en met 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, mede
aangemerkt wordt een vrijstellingsverzoek in te houden.
Het verzoek om bouwvergunning van de hierbovengenoemde aanvraagster
moet dus tevens worden beschouwd als een verzoek om vrijstelling ex
artikel 19 W.R.O.
Gelet op het bepaalde in artikel 19, lid 3 W.R.O. heeft uw raad de
bevoegdheid de beslissing omtrent het verlenen van vrijstelling aan
zich te houden. Het bouwplan heeft daartoe voor u ter visie gelegen.
Naar aanleiding van deze tervisielegging heeft meer dan 1/5 van het
het aantal leden van uw raad te kennen gegeven dat zij wensen dat de
raad beslist over het onderhavige verzoek om vrijstelling.
Dit betekent dat uw raad thans moet beslissen of ten behoeve van het
onderhavige bouwplan al dan niet de procedure ex artikel 19a W.R.O.