Gemeente Breda Raadsvoorstel 1996/1^^ Registratienummer 967002092 Dienst/afdeling RME/WAM Aantal bijlagen - Betreft: VASTSTELLING LIJST VAN JONGE MONUMENTEN WELKE IN AANMERKING KOMEN VOOR PLAATSING OP DE RIJKSLIJST VAN MONUMENTEN IN HET KADER VAN HET MONUMENTEN SELECTIE PROJECT (MSP), ALSMEDE VOORSTEL VOOR AANVUL LING VAN DE GEMEENTELIJKE MONUMENTENLIJST. Inleiding In het kader van de inventarisatie van de jonge monumenten, dat wil zeggen de bouwwerken en objecten welke in de periode 1850-1940 zijn gebouwd, alsmede de inventarisatie van stedelijk te beschermen gebie den, heeft het Rijk in 1988 het Monumenten Inventarisatie Project (MIPgestart. De gemeente Breda heeft van de mogelijkheid gebruik gemaakt het MIP in eigen beheer uit te voeren. Dit heeft voor Breda een inventarisatielijst opgeleverd van ruim 1200 objecten. Vervolgens heeft het Rijk het Monumenten Selectie Project (MSP) gestart. In dit selectieproject is het de bedoeling om vanuit de inventarisatie van het MIP een lijst samen te stellen van panden en objecten van jonge bouwkunst welke in aanmerking komen voor de status van beschermd monument en daarmee voor plaatsing op de Rijkslijst van monumenten, alsmede gebieden welke in aanmerking komen voor beschermd stadsgezicht. Dit project is voor de uitvoering in handen gesteld van de Provincie en zij werken samen met de gemeente om tot een voordracht te komen. Het resultaat van dit selectieproces leggen wij uw raad thans voor. Voorstel 1. De panden: Baronielaan nr. 27, 29, 31, 34, 102 en 228; Boeimeersingel nr. 14-14a; Catharinastraat nr. 5; Ceresstraat nr. 13; Chassésingel nr. 60; van Coothplein nr. 16, 17, 18, 20 en 22; Delpratsingel nr. 8; Dreef nr. 6; Fellenoordstraat nr. 93, 128, 130, 132, 134, 136, 138, 142 144, 146, 148, 150, 152 en 154; Galderseweg nr 65 en 69; Ginnekenstraat nr. 134; Ginnekenweg nr. 74, 74a, 76, 206, 222, 275, 334, en 336a; Haagdijk nr. 71; Haagweg nr. 3-5, 339, 354-356, 366 en 385; Huifakkerstraatje nr. 41;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 897