5
Raadsvoorstel vervolg/ 146
Mgr. Hopmanstraat (Mater Dei)
Effen
- landgoederen Mastbos, Liesbos
- Mark-dal, Aa-dal
op de gemeentelijke monumentenlijst voor te bereiden.
Motivering/Toelichting
Inleiding.
Om het MSP in goede banen te leiden, heeft de Provincie een procedure
opgesteld welke min of meer door de gemeente is gevolgd: de provincie
heeft een indicatieve lijst opgesteld en deze lijst is intern in de
gemeente besproken. Een gedeelte van het vakinhoudelijke werk is
verricht door de Provincie in de vorm van beschrijvingen van individu
ele panden en objecten en een gedeelte is verricht door het bureau
Kalsbeek Ledeboer welke heeft gezorgd voor een kritische begeleiding
van de provinciale indicatieve lijst. Daarnaast is in afwijking van de
door de Provincie voorgestelde procedure een viertal bijeenkomsten
belegd voor een klankbordgroep, welke bestaat uit vertegenwoordigers
van plaatselijke organisaties die zich betrokken voelen bij het behoud
van het historisch erfgoed. Zij zijn gevraagd hun reactie te geven op
zowel het werk van de Provincie als van het bureau Kalsbeek Lede
boer. Daarnaast is ook de commissie WAM gevraagd een advies te geven.
Formeel hoeft een voordracht voor de Rijkslijst, zoals omschreven in
de Monumentenwet 1988, niet beadviseerd te worden door de onafhanke
lijke monumentencommissie, maar ons college heeft sinds 1988 (eerst de
Monumenten Advies Raad en vervolgens de commissie Welstand, Architec
tuur en Monumenten) de gewoonte gehad uw raad geen voorstellen op het
terrein van monumenten voor te leggen, zonder de betrokken adviescom
missie te verzoeken een advies te geven bij een voorstel tot plaat
sing. Tot slot zijn ook de betrokken eigenaren uitgenodigd op een
voorlichtingsbijeenkomst, waarin zij informatie hebben gekregen over
het MSP, de procedures en de gevolgen.
Om ons voorstel te onderbouwen, zal eerst verslag worden gedaan van de
gevolgde werkwijze, vervolgens zullen de resultaten met elkaar verge
leken worden en zullen wij een aantal conclusies formuleren.
Korte omschrijving van de procedure.
De bestaande lijst van rijksmonumenten voor de gemeente Breda is
vastgesteld in 1966 en bevat op enkele uitzonderingen na panden en
objecten uit de periode van voor 1850.
In het kader van het MIP is uit de veelheid van panden uit de periode
van 1850 tot 1940 een inventarisatie gemaakt op basis van regels welke
door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RDMZ) waren opgesteld.
Tevens zijn belangwekkende ensembles beschreven en is de (bouw)ontwik
keling van de stad onderwerp van studie geweest. Dit heeft zo'n grote
hoeveelheid panden opgeleverd dat de RDMZ voor de provincies een