4 Raadsvoorstel vervolg/ 147 (a.g.v. tweerichtingen autoverkeer op de westflank én toevoer via Haagdijk naar Tolbruggarage) - toegang naar Tolbruggarage vraagt extra ruimte t.b.v. voorsorteren (ca. 70 meter) alsmede een keermogelijkheid; dit benadeelt ernstig de inrichtingsmogelijkheden en maakt aanleg van water twijfelachtig - beheersbaarheid is moeilijk Enig voordeel van een dergelijke tweezijdige ontsluiting van de Tolbruggarage is dat autoverkeer vanuit het noordwesten (Haagse Beemden/Prinsenbeek e.d.), komend via de Lunetstraat, naast de route via Fellenoordstraat/Markendaalseweg, ook nog een kortere route heeft via Tramsingel/Nieuwe Prinsenkade. Fasering en monitoring In hoofdlijnen ziet de fasering er als volgt uit - eerst wordt de oostflank in delen aangepakt - daarna idem de westflank - tenslotte, na voltooiing maatregelen westflank, worden de maatrege len in stationsgebied incl. spoorzóneweg uitgevoerd en kunnen de oost-westschakels definitief worden ingericht. Belangrijk uitgangspunt voor de fasering is de eis, dat voor alle vervoerwijzen de bereikbaarheid van de binnenstad tijdens de werkzaam heden niet in de knel mag komen. De ontwikkeling van de verschillende kategorieën verkeer wordt met behulp van monitoring bijgehouden. Bij sommige maatregelen is het uitvoeringstijdstip zelfs direct afhanke lijk van die monitoring. Het optreden van congestie en/of andere vormen van hinder speelt hierbij een rol. E.e.a. doet zich m.n. voor bij het invoeren van éénrichting-autoverkeer in de spoortunnels en het bestemmen van de drie verkeersstroken aan de westflank. De uitvoering van de westflank in een grotendeels driestrooks-profiel heeft nl. niet alleen voordelen qua ruimtebeslag, maar vooral ook qua flexibiliteit. Navenant de toekomstige verkeersontwikkeling kan de rijstrookindeling c.q. -bestemming relatief gemakkelijk aangepast worden bijv. door het omzetten van de tweede autostrook (in dezelfde richting lopend als de eerste autostrook) in een busstrook. Verder is er ook een samenhang van de fasering met andere grote projecten in de binnenstad en hun planning zoals bijv. de ontwikkeling van het Chasséterrein. Dit alles leidt voor de eerste fasen tot aanpak van de oostflank. Voor het stationsgebied (zogeheten A-lokatie) staat een zeer groot knooppunt-project op stapel. Dit mega-project ligt qua uitvoering achteraan in de planningsperiode-VCP, hetgeen ook overeenkomt met de interne planning van dit project. Een overzicht van de fasering treft u achterin het VCP aan (hoofdstuk 12 en het betreffende schema in de bijlagen). Oost-west dwarsschakel voor het openbaar vervoer Een dergelijke dwarsschakel is een belangrijk element voor het open baar vervoersysteem vanwege

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 917