10. De bedragen die de gemeente uithoofde van de gegeven garantie aan de geldgever betaalt, gelden als een onmiddellijk opeisbare schuld van de geldnemer aan de gemeente. Over het onafgeloste gedeelte van deze schuld zal een rente verschuldigd zijn welke gelijk is aan de wettelijke rente. Bij niet-betaling wordt per 31 december van enig jaar de in dat jaar vervallen rente bij de schuld bijgeschreven. 11. Onverminderd het bepaalde onder II.8 verbeurt geldnemer, indien hij de bepalingen genoemd onder II, overtreedt een bedrag van f. 1.000,per dag per overtreding. 12. De hierboven onder II.1-11 genoemde verplichtingen zijn van kracht zolang de garantie voortduurt. III. Verplichtingen van de geldgever. 1. Het is de geldgever verboden zonder toestemming van burgemeester en wethouders aan geldlener uitstel van betaling te verlenen. 2. De geldgever is verplicht burgemeester en wethouders zo spoedig mogelijk in kennis te stellen dat geldlener in gebreke is met de betaling van rente en aflossing. 3. Indien in de overeenkomst van geldlening een bepaling is opgeno men, dat - bij niet voldoening van de geldlener aan zijn ver plichtingen - de gemeente jegens de geldgever in gebreke zal zijn en het achterstallige bedrag en de hoofdsom onmiddellijk opeis baar worden, zullen dit in gebreke zijn en deze onmiddellijke opeisbaarheid geacht worden niet te zijn ingetreden, wanneer de gemeente zich binnen 30 dagen na ontvangst van de onder III. 2 bedoelde kennisgeving schriftelijk bereid verklaart de verschul digde rente en/of aflossing te voldoen, een en ander onverminderd eventuele bepalingen inzake boete wegens te late betalingen. 4. de geldgever is verplicht jaarlijks binnen 2 maanden na afloop van het jaar aan de gemeente een opgave te verstrekken van de restantschuld van de lening per 31 december van het voorafgaande j aar IV. De overeenkomst van geldlening. De overeenkomst van geldlening behoeft de goedkeuring van burgemeester en wethouders. Deze goedkeuring wordt in ieder geval geweigerd, indien de overeenkomst bepalingen bevat, die in strijd zijn met de daarvoor geldende wettelijke voorschriften. V. Hypotheekverstrekking Tot meerdere zekerheid van hetgeen de gemeente uit hoofde van de garantieverlening van geldlener te vorderen heeft zal voor de daarvoor vatbare zaken, het recht van hypotheek moeten worden verstrekt. Deze algemene voorwaarden zijn vastgesteld door de raad van de gemeente Breda op 27 juni 1996 en kunnen worden aangehaald als "ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR GEMEENTELIJKE GARANTIES VAN GELDLENINGEN"

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 952