2
Raadsvoorstel vervolg/ 154
van het belastingjaar opgenomen de datum 01-07-1996. Op deze datum
ontstaat automatisch voor de zakelijk gerechtigden van gebate onroe
rende zaken, die nog geen exploitatieovereenkomst hebben gesloten, de
materiële belastingschuld. Deze belastingschuld moet later via een
aanslag worden geformaliseerd, ook al wordt wellicht nadien toch nog
gekozen voor de privaatrechtelijke exploitatieovereenkomst. Uitstel in
het privaatrechtelijke traject houdt in, dat de in de verordening
baatbelasting opgenomen data moeten worden gewijzigd. Dit kan uitslui
tend door wijziging van de verordening vóór 1 juli 1996. Om rentever
liezen te voorkomen en om de uiterste betaaldatum gelijk te houden met
het privaatrechtelijke traject, stellen wij voor in de wijzigingsver
ordening een bepaling op te nemen waarin de betalingstermijn wordt
geregeld. Op dit moment is sprake van de wettelijke termijnen (twee
termijnen, waarvan de eerste vervalt één maand na dagtekening en de
tweede twee maanden later). In bijgevoegde concept-wijzigingsverorde
ning hebben wij één betalingstermijn opgenomen, welke termijn moet
worden betaald binnen één maand na dagtekening van de aanslag. Als de
aanslagen in oktober kunnen worden opgelegd, blijft de uiterste
betaaldatum 30 november 1996.
Consequenties
FINANCIEEL: geen
JURIDISCH wijziging van de verordening baatbelasting.
Communicatie
Naast het verschijnen van een persbericht zullen de individuele
zakelijk gerechtigden via gericht persoonlijk schrijven worden ge-
informeerd
Commissiebehandeling
De commissie middelen kan zich met dit voorstel verenigen.
Burgemeester en wethouders van Breda,
^ameester.
secretaris.