5
Raadsvoorstel vervolg/ 155
- Perspectief
Overwogen moet worden om op korte termijn het gemeentelijk aandeelka
pitaal uit te breiden om daarmee voor het theater een enigszins
gunstiger eigen vermogenpositie op te bouwen. Zonder verbetering van
de eigen vermogenpositie loopt onder meer de liquiditeit van het
theater op middellange termijn gevaar.
- Versterking weerstandsvermogen
In december 1995 melde de theater-directie een dreigend tekort voor
dat jaar op de exploitatie ter grootte van tenminste 800.000. Dit is
volgens de exploitatiecijfers over 1995 gelukkig niet bewaarheid
geworden. Desalniettemin heeft de theaterdirectie college en raad van
commissarissen gewaarschuwd voor forse tekorten op de exploitatie voor
het lopend theaterseizoen, tot en met eind augustus 1996.
Verantwoording personele overgang
In de loop van februari 1996 heeft de directie nieuwe arbeidsvoorwaar
den kunnen vaststellen voor het personeel dat in dienst zal treden bij
het Chassé Theater NV. Tevens is in het Georganiseerd Overleg overeen
stemming bereikt over de overgangsregeling bestemd voor de huidige
ambtenaren werkzaam bij de dienst Concordia Schouwburg Breda, die in
beginsel allen in dienst zullen treden bij het Chassé Theater. De
datum van indiensttreding is bepaald op 1 augustus 1996.
De gemeenteambtenaren die dit betreft hebben inmiddels ontslag aange
zegd gekregen, alsmede een aanbod voor een vergelijkbare functie bij
het theater.
Verscheidene medewerkers hebben gebruikgemaakt van de beroepsmoge
lijkheid. Desondanks mag verwacht worden dat nagenoeg alle medewerkers
in dienst zullen treden bij het Chassé Theater.
Als direct gevolg van de verzelfstandiging is ons college geconfron
teerd met enkele niet-voorziene kostenposten. In bijlage 3 "Afrekening
Concordia/Chassé Theater 1995" zijn deze vermeld.
Het betreft:
- opgebouwde vakantierechten en verlofaanspraken i.v.m. overwerk,
- compensatie i.v.m. wijziging van arbeidsvoorwaarden,
- advieskosten voor externe expertise t.b.v. de theater-directie,
- aanspraak door het theater op een reorganisatievoorziening.
Deze kostenposten moeten grotendeels beschouwd worden als onvermijde
lijk en het gevolg van de voorgestane verzelfstandiging.
Voorgesteld wordt om de vakantie- en overwerk-rechten, de compensatie
en de meerkosten voor externe expertise eenmalig af te dekken. Een
aanvraag voor een reorganisatievoorziening hebben wij gemeend niet te
hoeven honoreren.