Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienummer
Dienst/afdeling
Aantal bijlagen
1996/161
968001024
SAW/WLZ/OE
1
Betreft: Nota Opvoedingsondersteuning.
Inleiding
Op 5 september jongstleden heeft het college de concept-nota nul- tot
zesjarigenbeleid voor inspraak vrijgegeven. De (schriftelijke) in
spraakperiode liep tot 3 november j.l. Er zijn zes schriftelijke
reacties ontvangen.
Op 27 en 28 september is de concept-nota besproken in de commissies
OCE en SAW. Op 2 november is een inspraakbijeenkomst gehouden.
Aan de hand van de behandeling in de commissies, de inspraakprocedure
en nader overleg met wethouder Van Raak hebben diverse wijzigingen op
de concept-nota plaatsgevonden. Dit heeft onder meer geleid tot
wijziging van de titel in "Nota Opvoedingsondersteuning".
1. de Nota Opvoedingsondersteuning vaststellen, met als randvoorwaarde
dat het beleid budgettair neutraal wordt geïmplementeerd.
Motivering/Toelichting
AANDACHT VOOR NUL- TOT ZESJARIGE KINDEREN.
Kinderen die op de basisschool instromen kunnen reeds een ontwikke
lingsachterstand hebben. Dit kan een cognitieve, emotionele, sociale
of motorische achterstand zijn. Naast persoonlijkheidskenmerken kunnen
de achterstandskenmerken van een buurt, zoals werkloosheidspercentage,
aandeel sociale woningbouw en opleidingsniveau van invloed zijn bij
het ontstaan van problemen in de opvoeding en de ontwikkeling van
kinderen
Kinderen die met een ontwikkelingsachterstand het basisonderwijs
instromen hebben een grote kans om met een gelijke of grotere achter
stand het basisonderwijs weer verlaten. Dit kan weer leiden tot
schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten met alle maatschappelijke
problemen van dien. In het voorkomen van voortijdige schooluitval
heeft de gemeente een expliciete, wettelijk bepaalde, verantwoorde
lijkheid. Voortijdige schooluitval kan niet alleen leiden tot werk
loosheid (en alle daarmee samenhangende problemen voor het individu
zelf)maar ook vandalisme en criminaliteit tot gevolg hebben. Een -
beleid met betrekking tot opvoedingsondersteuning is er mede op
gericht die "maatschappelijke overlast" zoveel mogelijk te voorkomen,
zowel in het belang van de individuele leerlingen als in het belang
van de medeburgers en van de gemeentelijk overheid. Binnen dat beleid
zal er dan ook veel aandacht moeten zijn voor preventie-activiteiten.
Het onderwijs wordt eveneens als een belangrijk middel gezien.
Voorstel