3
Raadsvoorstel vervolg/ 152
en streekvervoer. Bij deze cijfers is wel van belang, dat het eerste
kwartaal 1995 (beperkt) gestaakt is in het stad- en streekvervoer.
Hoofdopzet dienstregeling- 1997
Opvallend in de dienstregeling 1997-1998 is de sterk verbeterde
stadslijn naar BavelPrinsenbeek krijgt een tot nu toe ontbrekende
avondverbinding. De zomerdienst-periode wordt, zoals hierboven aange
geven, ingekort. Daarentegen worden op werkdagen zeer late en slecht
bezette avondritten opgeheven, evenals de vroegste ritten in het
weekend. Op de lijnen naar Heuvel/Princenhage/Boeimeer gaat de gezame-
lijke frequentie al rond 21.30 uur van een kwartier- naar een halfuur-
dienst in plaats van rond 23.00 uur zoals tot nu toe.
In de nieuwe dienstregeling zijn duidelijk de gevolgen voelbaar van
bezuinigingen die Breda moet doorvoeren om de zeer ingrijpende gevol
gen van het genoemde nieuwe subsidiëringsmodel van de rijksoverheid op
te kunnen vangen
Financieel kader dienstregeling- 1997-1998
De stadsdienst 1997 kan geheel kostendekkend worden uitgevoerd.
Wij verstrekken u het volgende overzicht
beschikbare budget t.b.v. locale O.V
(10.973.000,- rijksbijdrage, 4.529.000,-
vervoersopbrengsten, prijspeil 1996
vraagprijs B.B.A. prijspeil 1996
restant
t.b.v. Reserve Openbaar Stadsvervoer
-opbrengstrisico en vrije beheersruimte 383.300
-toegankelijkheid (geoormerkt budget) 81.000
f 464.300,-
0
Het opbrengstrisico hangt samen met het verschil tussen de feitelijke
kaartopbrengsten en de door het rijk voorgecalculeerde opbrengsten.
Voor 1997 wordt ca. 250.000,- gereserveerd voor dit doel.
De vrije beheersruimte (reservering 133.300,-) dient voor kleine
infrastructuur, maatregelen op het vlak van informatie, promotie en
speciale acties, en als exploitatieve reserve, 81.000,- is afgezon
derd als door het rijk geoormerkt budget t.b.v. toegankelijkheid O.V.
De nieuw toegevoegde ritten naar Bavel en Prinsenbeek (kosten ca.
200.000,-) kennen voor 1997-1998 een separaat financieringstraject.
In haar brief van 11-3-1997 doet de minister uit de doeken wat zij met
het zogeheten regiobekostigingsmodel wil, een nieuwe subsidiëringsme
thodiek voor het stads- en streekvervoer vanaf 1998.
Meer dan 80% van de uitkomst van het bekostigingsmodel wordt bepaald
door de vervoeropbrengsten, de andere krap 20% door parameters als
aantal inwoners en aantal vierkante kilometers (sociale functie O.V.),
een forfaitair bedrag voor tram/trolley en het klantensurplus
15502000,-
f 15 037 699-
464.300,-