8 Raadsvoorstel vervolg/ ^52 laten uitvoeren Belangrijke resultaten 22.000 instappers per werkdag (10% meer dan in 1990)vrijwel geen aparte middagspits (de hele middag een bijna continu reizigersaanbod) groeiende bezettingen op de lijnen naar Princenhage, een wat zwakke lijn 8 (deze lijn was toen echter pas net geïntroduceerd) en een groot aandeel reizigers met het verplaatsingsmotief 'opleiding' (40%). Er zal een vervolg-vervoeronderzoek komen naar de verbindingen met de voormalige randgemeenten. Hiervoor is reeds éénmalig gemeentelijk budget 30.000) beschikbaar gesteld ten laste van de te verdelen centrale stelpost verfijningsregeling herindeling 1997. De realisatie van een klantenpanel (opnieuw) in 1997 door de B.B.A. is toe te juichen. De reizigersinbreng wordt hierdoor vergroot. Westerpark De woningbouw in Westerpark is inmiddels begonnen, maar loopt aanzien lijk achter op de oorspronkelijke planning. Voor dit jaar zijn de eerste Westerpark-inwoners aangewezen op de bushaltes in Tuinzigt (lijn 1), weliswaar met wat grotere loopafstanden (ca. 500 a 700 meter)omdat de start van de woningbouw plaatsvindt in een uithoek ten opzichte van de bestaande buslijnen. Wij bekijken de mogelijkheden in 1998 een pendelbuslijntje van start te laten gaan. De dekking van de kosten hiervoor 200.000,- op jaarbasis) vormt vooralsnog een probleem, tenzij dit betaald wordt uit een andere besparing op de dienstregeling in 1998. Met de provincie en de B.B.A. zal worden overlegd over het omleggen van de bestaande streeklijn 116 naar Prinsenbeek via Westerpark. Deze afspraak was al gemaakt met de B.B.A. in een tijd dat het ministerie opdrachtgever 'op afstand' was voor het streekvervoer; per 1-1-1998 zal dat echter de provincie zijn waarvan een strakker beleid verwacht wordt. Vooruitblik naar 1998 en verder De grote opgave voor de komende jaren ligt in volgende drie doelstel lingen, die deels kunnen conflicteren, maar daarom des te meer in samenhang met elkaar bekeken en fasegewijs geïmplementeerd dienen te worden a) grotere gerichtheid op mobiliteitsfunctie groei van het aantal openbaar vervoer-reizigersmet name door een grotere aantrek kelijkheid van het O.V. voor automobilisten; b) behoud van de sociale functie van het O.V.; c) een hogere kostendekkingsgraad (bepalend voor de mate van rijkssub sidie) en het opvangen van bezuinigingen. Dit houdt een heel pakket van maatregelen in voor de komende jaren, vooral gericht op opbrengstverhoging, kostenverlaging, snellere verbindingen en strakkere routes waar mogelijk, selectieve frequentie verhogingen, goede service/comfort/informatiemeer afstemming op doelgroepen, meer vervoer op maat, integratie van stad-, streek- en kleinschalig busvervoer, tariefdifferentiatie, meer doorstromingsmaat regelen, aandacht voor ketenbenadering bijv. fietsenstallingen bij haltes, flankerend beleid (m.n. parkeren en ruimtelijke ordening) en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 1019