2 Raadsvoorstel vervolg/ 15 9 bestaande systemen. Het basis- en pluspakket wordt geformuleerd door een schets te geven van het karakter en de functie van de activiteiten. Voor het pluspak ket worden nadrukkelijk voorwaarden gegeven. Activiteiten dienen om voor gemeentelijke subsidie in aanmerking te komen, te voldoen aan deze voorwaarden. Hiervoor is een beslismodel opgesteld. Op basis van deze notitie zal de directeur Welzijn een directieoverleg initiëren, dat moet leiden tot een samenwerkingsovereenkomst waarin de gemeente en alle betrokken organisaties op bestuurlijk niveau deze notitie onderschrijven en afspraken maken over de uitwerking. In de samenwerkingsovereenkomst zullen in het bijzonder afspraken over de mogelijke financiële en personele gevolgen van de uitwerking worden opgenomen De afstemming van beleid en activiteiten vindt plaats op 3 niveaus: - directieniveau waar, op grond van de samenwerkingsovereenkomst en binnen de kaders van het gemeentelijk vastgestelde beleid, jaarlijks een beleidsprogramma wordt vastgesteld, waarbinnen randvoorwaarden voor de uitvoering zijn opgenomen; stedelijk uitvoeringsniveau waar bestaande activiteiten getoetst worden aan de voorwaarden en aan het beleidsprogramma en waar tevens, op grond van signalen uit de praktijk, geadviseerd wordt over het bij stellen van het beleid; buurt/districtsniveau waar het beleid in haar uitwerking wordt toegespitst op de situatie in de buurt en waar de afstemming tussen individuele werkers plaats vindt. Voorts vindt hier een vorm van case- management plaats. Gemeentelijke regie krijgt op alle drie de niveaus gestalte. Aan de hand van de bekende gegevens wordt een overzicht van de in te zetten middelen gegeven. In aansluiting bij het onderwijsachterstan denbeleid zal in de periode van augustus 1997 tot augustus 1998 de inzet van de middelen per activiteit duidelijk worden gemaakt. Deze gegevens zullen gerelateerd worden aan het rendement van de activitei ten en de resultaten van de nulmeting die in het kader van het onder wijsachterstandenbeleid wordt uitgevoerd. Op grond van deze gegevens worden prioriteiten gegeven aan bepaalde opvoedingsondersteunings- en ontwikkelingsstimuleringsactiviteiten. Hierbij zal aangesloten worden bij het dan geformuleerde onderwijsachterstandenbeleid. Deze priori- teitesstelling is de basis voor een eventuele herschikking van midde len. Nadrukkelijk zal in deze periode worden nagegaan welke activitei ten vanuit de onderwijsachterstandenmiddelen gefinancierd kunnen worden. Tevens zal in dit invoeringsjaar nagegaan worden wat de overige financiële gevolgen zijn en wat de gevolgen zijn voor de ambtelijke inzet. Consequenties In de uitwerkingsnotitie opvoedingsondersteuning 1997 worden voorwaar den voor te subsidiëren activiteiten genoemd, die vanaf 1998 kunnen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 1048