In het invoeringsjaar 1997/1998 zal:
b. kinderen waarvan naar het oordeel van het buurtnetwerk jeugdhulpverlening een
ontwikkelingsachterstand wordt geconstateerd en waarbij deze achterstand door
middel van opvoedingsondersteuning of ontwikkelingsstimulering verkleind kan
worden; en/of
c. ouders, leerkrachten, peuterspeelzaalleidsters en andere functionarissen die
belast zijn met het opvoeden en het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen
die tot de doelgroep behoren en daarbij een ondersteuningsbehoefte hebben; en
2. maken onderdeel uit van een integraal activiteiten aanbod waarbij wordt samen
gewerkt tussen instellingen, zo mogelijk tussen scholen en andere instellingen; en
3. sluiten aan bij de aard van de problematiek in de buurt; en
4.a. stimuleren ouders, leerkrachten of peuterspeelzaalleidsters, om hun interactie met
het kind meer te richten op emotionele ondersteuning, respect voor de autonomie
van het kind, socialisatie en ontwikkelingsstimulering, waarbij met name ouders
actief betrokken worden bij de activiteiten; of
b. richten zich op het bevorderen van de sociale competentie en cognitieve en taal
ontwikkeling bij het kind; en
5. worden aangeboden in een (buurtvoorziening maar kunnen, indien noodzakelijk,
aangevuld worden met activiteiten in de thuissituatie.
a. op bestuurlijk niveau een samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente en
organisaties op het gebied van onderwijs, welzijn en volksgezondheid worden
afgesloten;
b. een lichte organisatiestructuur op directieniveau, stedelijk beleidsniveau en dis
trictsniveau opgezet worden;
c. de gemeentelijke regie op deze drie niveaus gestalte krijgen;
c. per activiteit nagegaan worden hoeveel de exacte kosten bedragen, of deze activi
teiten binnen het opvoedingsondersteuningsbeleid passen en wat het rendement
is;
d. de relatie met de nulmeting die in het kader van het Onderwijsachterstandenbe
leid wordt uitgevoerd, gelegd worden;
e. op grond van de verzamelde gegevens en de uitgangspunten van het onderwijs
achterstandenbeleid prioriteit worden gegeven aan bepaalde opvoedingsonder-
steunings- en ontwikkelingsstimuleringsactiviteiten;
f op basis van deze prioriteitsstelling een eventuele herschikking van middelen
plaatsvinden, waarbij activiteiten die door of vanwege het basisonderwijs worden
aangeboden primair vanuit de, aan de school toe te kennen, onderwijsachterstan
denmiddelen gefinancierd worden;
g. nagegaan worden wat de financiële gevolgen van doelstelling 3 zijn.
Uitwerkingsnotitie Opvoedingsondersteuning 1997