Gemeente Breda
RAADSVOORSTEL vervolg 1 7 1
- de vereiste van een goed registratiesysteem van aangepaste woonruimte en
- de aandacht voor klachtbehandeling.en kwaliteit van de voorzieningen.
De opmerkingen en onze reactie hierop is als bijlage opgenomen.
Voorlichting
Voorlichtingsactiviteiten zijn beschreven in het Communicatieplan Wvg 1997,
dat als bijlage 3 is opgenomen in het evaluatierapport.
COMMISSIEBEHANDELING
Het voorstel heeft de instemming van de Commissie Sociale Zaken, Arbeids
marktbeleid en Welzijn.
CONSEQUENTIES: BELEIDSMATIG
De aanbevelingen naar aanleiding van de evaluatie leiden niet tot belang
rijke beleidsmatige wijzigingen. Wij stellen een tweetal technische
wijzigingen in de verordening voor, voor wat betreft de omschrijving van
begrippen
- de aanpassing van het begrip 'inkomen' moet ertoe leiden dat inkomsten
uit rente over vermogen buiten beschouwing blijft; in de praktijk is de
berekening van dit inkomensbestanddeel te bewerkelijk;
- het opnemen van het begrip 'inrichting' moet voorkomen dat dit begrip te
ruim wordt uitgelegd.
Ondanks de gesignaleerde kostenontwikkeling stellen wij voor het verstrek-
kingenbeleid, ook voor woonvoorzieningen, vooralsnog op het huidige niveau
te handhaven. Gelet op de kostenontwikkeling zien wij geen mogelijkheid om
tegemoet te komen aan de wens van de platforms, om de subsidie ook voor de
hogere inkomens op 100% te stellen. De extra kosten hiervan worden geraamd
op 280.000,- in 1998, oplopend tot 660.000,- in 2005. Slechts op de
korte termijn laat het budget zo'n uitbreiding toe. Wij vinden het echter
niet wenselijk om het beleid met ingang van 1998 in deze zin uit te
breiden, om binnen twee jaar dit beleid weer terug te buigen.
Voorts stellen wij voor om collectieve aanpassingen aan wooncomplexen en
het opplussen van de bestaande woningvoorraad te betrekken in het proces
naar een stedelijk convenant wonen, zorg en welzijn. Het 'opplussen' kent
tot nu toe vooral een volkshuisvestelijke invalshoek. Het is onze bedoeling
is om in de komende jaren met verschillende actoren in de stad te komen tot
een convenant, waarin niet alleen het woonaspect maar ook de zorg- en
welzijnsaspecten worden betrokken.
Voor wat betreft de leefvoorzieningen wordt met name aandacht gevraagd voor
de nieuwe openbare aanbesteding van collectief vervoer en de ontwikkeling
van kwaliteitsnormering. Dit heeft echter geen directe gevolgen voor het
verstrekkingenbeleid. De aanbevelingen met betrekking tot het collectieve
vervoer zullen betrokken worden bij het aanbestedingsproces. Hierover wordt
later dit jaar een afzonderijk voorstel voorgelegd.
CONSEQUENTIES: FINANCIEEL
Op basis van de ontwikkelingen in 1995 en 1996 is reeds eerder een meerja
renraming tot 2001 afgegeven (voorstel 968001190). De voorstellen evaluatie
leiden niet tot grote financiële consequenties voor dit meerjarenbeeld
Hieronder is dit beeld doorgetrokken naar de periode tot en met 2005.'
1 De financiële consequenties van de personele voorstellen zijn 50-50 verdeeld over de voorzieningsterreinen.
w
