Gemeente Breda
Raadbesluit vervolg/183
het oordeel van burgemeester en wethouders, onverenigbaar is met het lidmaatschap
van de commissie.
5. De commissie wijst uit haar midden een voorzitter en/of een rapporteur aan.
6. De commissie kan zich ten behoeve van het uitbrengen van een advies doen
bijstaan door een of meer andere deskundigen, die daartoe op voorstel van de
commissie, door burgemeester en wethouders als tijdelijk lid aan die commissie
worden toegevoegd.
7. De leden, de plaatsvervangende leden en de tijdelijke leden van de commissie
zijn verplicht tot geheimhouding over informatie die de commissie in het kader
van haar onderzoek en advisering ter beschikking zijn gesteld en waarvan,
voorzover dat niet uitdrukkelijk is aangegeven, redelijkerwijze mag worden
aangenomen dat deze als vertrouwelijk is bedoeld.
8. Alle kosten, verbonden aan het onderzoek en de advisering door de commissie
komen voor rekening van de gemeente. Burgemeester en wethouders kunnen
uurtarieven vaststellen voor de honorering van de leden van de commissie.
Artikel 3
1. Ter zake van een verzoek om schadevergoeding zijn de artikelen 4:2 tot en met
4:6 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
2De ontvangst van een verzoek om schadevergoeding wordt door of namens
burgemeester en wethouders schriftelijk bevestigd binnen twee weken na
ontvangst, zulks onder opgave, zo mogelijk, van de samenstelling van de
commissie
Artikel 4
1. De aanvraag wordt niet eerder in behandeling genomen dan nadat door of vanwege
de verzoeker bij de gemeente een geldsom van 250,-- is gestort.
2. Bij gehele of gedeeltelijke toekenning van de schadevergoeding vindt teruggave
plaats van de in het eerste lid van dit artikel bedoelde geldsom.
Artikel 5
1. Het bevoegde orgaan wijst het verzoek zonder nader onderzoek af, indien het naar
zijn oordeel kennelijk niet ontvankelijk of kennelijk ongegrond is, indien het,
onverminderd het bepaalde in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, niet
de vereiste gegevens bevat, dan wel indien verzoeker blijkens een desbetreffend
bericht van de commissie, nalatig is om de door de commissie gevraagde
informatie te verstrekken.
2. Het besluit om het verzoek zonder nader onderzoek af te wijzen, wordt genomen
uiterlijk twaalf weken na ontvangst van het verzoek en aan verzoeker in
afschrift medegedeeld binnen twee weken na dagtekening van dit besluit.
3. Het bevoegde orgaan kan de in het tweede lid gestelde termijn éénmaal met ten
hoogste acht weken verlengen. Hiervan wordt aan de verzoeker onverwijld
mededeling gedaan.