Gemeente Breda
Raadsvoorstel 1997/187
Registratienummer 441
Dienst/afdeling RME/RO
Aantal bijlagen 1
Betreft: Besteding "B5 gelden"
Inleiding
In het "Convenant Grote-stedenbeleid Noord-Brabant" dat de vijf grote
Brabantse steden met de provincie eind 1995 hebben afgesloten is
onder andere afgesproken dat in de vijf grote steden een infrastructuur
tot stand wordt gebracht die het verstedelijkingsproces ondersteunt en
versterkt. Zo worden de aanleg van fietspaden en goede openbaar
vervoersvoorzieningen als mogelijkheden genoemd om de duurzame
bereikbaarheid van de steden te stimuleren.
Vanaf 1998 worden de rijksgelden voor infrastructurele projecten
uitgekeerd via gemeente- en provinciefonds. Dit jaar verdeelt de provincie
de zogenaamde Gebundelde Doeluitkering. Voor Breda is dit jaar 1.600.000
beschikbaar. Voorwaarde hierbij is dat de gemeente zelf ook een
substantiële bijdrage levert.
Voorstel
De financiële middelen van provincie en gemeente in het kader van "verkeer
en vervoer" voortvloeiend uit het "Convenant Grote-stedenbeleid Noord-
Brabant" als volgt in te zetten:
- 182.000 (incl. BTW) voor snelheidscontrole/signalering, te dekken
middels een provinciale bijdrage, groot 160.000, en het restant, groot
22.000, middels het Verkeersveiligheidsbudget "actie -25%".
- 2.514.707 (incl. BTW) voor doorstromingsmaatregelen voor de fiets bij
verkeerslichten, te dekken middels een provinciale bijdrage, groot
1.400.000, en het restant, groot 1.114.707 te dekken uit het Meerjaren
Investerings Plan, post "extra maatregelen fietspaden". Deze laatse post
als volgt verdeeld over de jaarschijven:
1997: 120.000
1998: 497.354
1999: 497.353
- De jaarschijven 1998 en 1999 van de post "extra maatregelen fietspaden"
als preprioriteit aan te merken voor de hierboven genoemde
doorstromingsmaatregelen
Motivering/Toelichting
Voorwaarde bij de projecten is dat zij een bijdrage leveren aan het
leefklimaat en de bereikbaarheid van de steden. Op grond hiervan is in het