Gemeente Breda
De raad van de gemeente Breda;
Raadsbesluit 1997/200
Registratienummer 910
Dienst/afdeling BD/BEL
Aantal bijlagen
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders en met
overname van de daarin vermelde overwegingen;
gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;
besluit
vast te stellen de volgende verordening op de heffing en invordering van
een precariobelasting voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven
voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.
A. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Aard van hef- Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting
fing geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven
voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.
Artikel 2
Belasting- Belastingplichtig is ieder:
plicht a. die ter zake de vereiste vergunning heeft verkregen of;
b. van wie, dan wel ten behoeve van wie, voorwerpen onder,
op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeen
tegrond worden aangetroffen.
Artikel 3
Aanvang be- Wanneer in deze verordening het recht is vastgesteld voor
lastingplicht een jaar, wordt voor zover in deze verordening niet anders
is bepaald, indien de belastingplicht in de loop van het
heffingsjaar ontstaat, voor de eerste maal slechts een aan
slag opgelegd over zoveel twaalfde gedeelten van een jaar
als er nog maanden overblijven (gedeelten van een maand
voor een gehele maand gerekend) en is voor elke maand 1/12
van het jaartarief verschuldigd.
Artikel 4
Definities 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt voor zo
ver niet anders is bepaald verstaan onder
a. jaar: een kalenderjaar;
b. maand: een tijdvak, dat aanvangt op een bepaalde
datum van een maand en eindigt op de dag, vooraf
gaande aan diezelfde datum van de volgende maand;
c. week: een tijdvak van zeven achtereenvolgende da
gen;