Gemeente Breda Raadsvoorstel vervolg/211 Het pad is in principe bedoeld als voetpad, doch een eventueel gebruik door fietsers en bromfietsers behoort tot de mogelijkheden. Teneinde het gebruik door fietsers en bromfietsers te ontmoedigen, zullen enkele belemmeringen bij de aanleg meegenomen worden De toegang voor gemotoriseerd verkeer naar de kloostertuin vindt plaats vanaf de Generaal MaczekstraatTer hoogte van de aansluiting van de hoofdtoegangsroute op het voetgangers-fietspad zal een hoge stoeprand worden aangelegd. Fietsers danwel bromfietsers moeten bij gebruik van de langzaam-verkeersroute de hoofdtoegangsroute eerst enigszins volgen en dan met een lus weer aansluiting zoeken op de langzaam- verkeersroute Voorts zullen aan de zijde van de Laan van Mecklenburg 2 fietssluizen aangebracht worden, één ter hoogte van de overgang van de halfverharding naar de klinkerverharding en één ter hoogte van het schoolplein van de Dirk van Veenschool Op grond van bovenstaande overwegingen, waarbij zowel de verkeersveiligheid- als de milieuaspecten bij de gekozen inrichting als uitgangspunt zijn genomen, achten wij uw ingediende zienswijze ongegrond. 2. J.A.H. Poppelaars Samenvatting Reclamant heeft bezwaren tegen het realiseren van woningen op geringe afstand van zijn perceel, zijnde op de hoogte van het maaiveld slechts 1,50 meter. Het ontwerp van de woningen is zodanig dat de bebouwing vanaf de eerste verdieping naar voren helt, waardoor de afstand in de praktijk nog geringer wordt. Bovendien wordt het ontwerp van de woningen uitgevoerd met veel glas, waardoor er een inbreuk op de privacy ontstaat. Voorts heeft reclamant bezwaar tegen de gekozen architectonische vorm van de twee onder-een-kap woningen, welke niet past in de bestaande omgeving. Tenslotte heeft reclamant bezwaren tegen het bebouwen van het binnenterrein, vanwege het feit dat veel groen opgeofferd wordt en het unieke karakter van het binnenterrein verloren gaat. Het ware beter geweest het terrein als park te behouden voor de gemeenschap. Beoordeling Reclamants perceel grenst aan beide zijden aan percelen waarop halfvrijstaande woningen zijn geprojecteerd. Het Bouwbesluit maakt het mogelijk te bouwen tot op de perceelsgrens van aanliggende percelen. In het onderhavige geval wordt echter niet gebouwd tot op de perceelsgrens doch de woning aan de westzijde van reclamants woning wordt gebouwd op circa 3 meter uit de perceelsgrens en de woning aan de noord-oostzijde op circa 1,50 meter. De woning aan de westzijde tot aan de woning van reclamant is op de kortste afstand gemeten gelegen op circa 8,50 meter; de woning aan de noord-oostzijde is op de kortste afstand gemeten gelegen op circa 2 0 meter van reclamants woning. Deze afstanden zijn zodanig dat niet gesproken kan worden van een onaanvaardbare aantasting vna de pricacy. De artikelen 50 en 51 van boek 5 van het Burgerlijk Wetboek bevatten weliswaar bepalingen met betrekkking tot het uitzicht op naburige erven, doch deze zijn niet van toepassing in de onderhavige situatie. Daarnaast zijn ons geen bepalingen bekend uit het Burgerlijk Wetboek welke het zouden verbieden uitzicht op eikaars perceel te hebben

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 1307