Gemeente Breda 2 Raadsbesluit vervolg/213 Ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan, in casu op 25 januari 1995, mag bestaande (woon)bebouwing worden gehandhaafd, hersteld en vervangen alsmede worden veranderd en uitgebreid op grond van het overgangsrecht. Hieronder wordt echter niet begrepen de zonder vergunning gerealiseerde woonbebouwing. Tevens mag op grond van het overgangsrecht bestaand, niet-wederrechtelijk gebruik worden gehandhaafd. Garageboxen zijn blijkens hun constructie en inrichting niet bestemd voor woondoeleinden. Legalisering van de illegale situatie middels afgifte van een bouwvergunning is niet mogelijk. Zelfs al zou er worden besloten tot wijziging van het bestemmingsplan, dan kan de bestaande situatie nog niet worden gelegaliseerd, omdat een bouwplan in strijd zou zijn met de bepalingen van het Bouwbesluit, te weten: de artikelen 39 (regels omtrent daglichttoetreding)44 en 45 (regels omtrent afmetingen, oppervlakten e.d. van verblijfsgebieden en verblijfsruimten in een woning), 47 (afmetingen van een badkamer)48 en 49 (regels omtrent aanwezigheid van buitenruimten) en 50 (regels omtrent aanwezigheid van een meterkast ten behoeve van de elektriciteitsvoorziening) Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is het niet wenselijk om bebouwing op achter- cq. binnenterreinen toe te laten. Dit in het kader van de leefbaarheid, bereikbaarheid, licht- en luchttoetreding en vanuit volkshuisvestingsbeleid. Invulplannen kunnen alleen ontwikkeld worden als het een totaal gebied omvat waaruit blijkt dat het een waardering van groenfuncties en kwaliteitverbetering van de woonomgeving betreft Het verzoek dat nu voorligt is kleinschalig van aard, geeft geen meerwaarde maar eerder een negatief beeld aan de wijk. Consequenties Geen Communicatie Niet van toepassing Commissiebehandeling De commissie Ruimtelijke Ordening kan zich met dit voorstel verenigen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 1315