Gemeente Breda Raadsbesluit 1997/224 Registratienummer 2 00 Dienst/afdeling CON/APA Aantal bijlagen De raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders en met overname van de daarin vermelde overwegingen; gelet op artikel 147 van de gemeentewet; besluit I. De Uitkerings- en pensioenverordening wethouders 1997 vast te stellen als volgt: AFDELING I DE UITKERING Het recht op uitkering Artikel 1 1. Hij die ophoudt wethouder te zijn heeft, tenzij hij zonder onderbreking weer als zodanig optreedt, met ingang van de dag van aftreding, voor zover hij alsdan niet de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt, recht op een uitkering op de voet van de volgende artikelen. 2. De raad kan beslissen dat geen uitkering wordt toegekend aan een gewezen wethouder a. die zich in vreemde krijgsdienst of in vreemde overheidsdienst heeft begeven en naar zijn oordeel zich daardoor uit Nederlands nationaal oogpunt beschouwd onwaardig heeft gedragen; b. die wegens enig strafbaar feit is veroordeeld waaruit naar zijn oordeel blijkt, dat hij zich uit Nederlands nationaal oogpunt beschouwd onwaardig gedragen heeft; c. die overeenkomstig artikel W9 van de Kieswet van het lidmaatschap van de raad vervallen verklaard is; d. wiens ontslag voortvloeit uit het feit, dat hij zich aan kennelijk wangedrag of grove verwaarlozing van zijn taak schuldig heeft gemaakt. Onder grove verwaarlozing van zijn taak wordt begrepen het zonder genoegzame grond weigeren de in de artikelen 60 en 169 van de gemeentewet bedoelde inlichtingen aan de raad te verstrekken. Normale duur van de uitkering Artikel 2 1De uitkering wordt toegekend voor een duur gelijk aan de tijd waarin de belanghebbende wethouder is geweest, doch tenminste voor de duur van twee jaar en ten hoogste voor de duur van zes jaar. Indien de belanghebbende met een of meer onderbrekingen wethouder is geweest, wordt in aanmerking genomen de tijd gedurende welke hij wethouder is geweest in een tijdvak, laatstelijk voordat hij ophield wethouder te zijn, waarin zijn wethouderschap voor ten hoogste een zesde deel van dat tijdvak is onderbroken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 1375