3. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders het tweede lid
buiten toepassing laten.
HOOFDSTUK III HET NABESTAANDENPENSIOEN
Paragraaf 1 Het recht op pensioen
Artikel 23 Paraplubepaling Anw
Een regeling van nabestaanden- of wezenpensioen, vervat in deze verordening, wordt
voor de toepassing van artikel 103 van de Algemene nabestaandenwet beschouwd als een
pensioenregeling als bedoeld in dat artikel.
Artikel 23a
1. Voor recht op een nabestaanden- en wezenpensioen, ontstaan wegens
overlijden tussen 30 juni 1996 en 1 januari 1998 van een wethouder, gewezen
wethouder, of gepensioneerde wethouder, van een nabestaande of een wees die
geen recht heeft op een uitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet
maar wel recht op pensioen of tijdelijke uitkering ingevolge de Algemene
Weduwen- en Wezenwet zou hebben gehad indien die wet nog van kracht zou
zijn geweest, geldt het volgende:
a. voor de toepassing van de bepalingen inzake samenloop van pensioen en
algemeen pensioen over tijd vóór 1 januari 1986 (inbouwbepalingen) en
de bepalingen inzake het recht een toeslag wegens het ontbreken van
recht op uitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet heeft artikel
23 geen werking;
b. de onder a bedoelde toeslag wordt berekend overeenkomstig artikel 2 9a
indien het een toeslag op een nabestaandenpensioen betreft en
overeenkomstig artikel 33 indien het een toeslag op een wezenpensioen
betreft;
c. een toeslag op een nabestaandenpensioen wordt mede berekend over tijd
na 31 december 1995, indien en voor zover in aanmerking genomen voor
de berekening van het pensioen1.
2. Het eerste lid, onder c, geldt mede voor een recht op nabestaandenpensioen,
ontstaan wegens overlijden tussen 26 juni 1996 en 1 juli 1996 van een
wethouder, gewezen wethouder, of gepensioneerde wethouder, van een
nabestaande die wegens dat overlijden recht heeft verkregen op een
tijdelijke weduwenuitkering op grond van de Algemene Weduwen- en Wezenwet,
na het verstrijken van de duur van die uitkering.
Nabestaandenpensioen
Artikel 24
1De nabestaande van een wethouder of van een gewezen dan wel van een
gepensioneerde wethouder heeft recht op nabestaandenpensioen.
2. Geen recht op nabestaandenpensioen bestaat indien het huwelijk was gesloten
nadat het aftreden van de echtgenoot was ingegaan, tenzij
a. de echtgenoot ten tijde van het sluiten van het huwelijk recht had op
uitkering ter zake van zijn aftreden als wethouder, of
1 In de tiende wetswijziging is bepaald dat de Minister van Binnenlandse Zaken kan besluiten dat in plaats van de
datum van 1 januari 1998 een latere datum zal gelden.