Berekening wezenpensioen na 31 december 1985
Artikel 33
1. Dit artikel is uitsluitend van toepassing op pensioenberekeningen over de
diensttijd na 31 december 1985.
2De wees die geen recht heeft op wezenuitkering ingevolge de Algemene
nabestaandenwet heeft recht op een toeslag op zijn volgens artikel 32
berekende pensioen, tenzij zijn ouder recht heeft op halfwezenuitkering
ingevolge de algemene nabestaandenwet. Deze toeslag bedraagt jaarlijks voor
elk voor de berekening van het wezenpensioen tellend jaar:
a. Voor de wees bedoeld in artikel 32, eerste lid, onder a, 0,375 percent
van de tot een jaarbedrag herleidde som van de nabestaandenuitkering
en de halfwezenuitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet,
vermeerderd met de daarover berekende vakantie-uitkering ingevolge die
wet;
b. voor de wees bedoeld in artikel 32, eerste lid, onder b, 0,75 percent
van het onder a bedoelde jaarbedrag.
3. Voor de toepassing van het tweede lid is artikel 29, derde lid, van
overeenkomstige toepassing.
4Wanneer het bedrag van de nabestaandenuitkering ingevolge de Algemene
nabestaandenwet, van de halfwezenuitkering ingevolge die wet of van de
daarover berekende vakantie-uitkering ingevolge die wet wordt gewijzigd,
wordt de in het tweede lid bedoelde toeslag dienovereenkomstig gewijzigd
met ingang van dezelfde dag als eerstbedoelde wijziging.
Herberekening wezenpensioen
Artikel 34
1. Het wezenpensioen wordt herberekend overeenkomstig de artikelen 32 en 33,
wanneer het nabestaandenpensioen of het bijzonder nabestaandenpensioen van
de ouder wegens diens overlijden is geëindigd.
2. Wanneer het nabestaandenpensioen van de ouder krachtens artikel 31 wegens
hertrouwen dan wel een aanmelding opnieuw wordt vastgesteld, wordt het
wezenpensioen bedoeld in artikel 32, eerste lid, onder a, verhoogd met een
bedrag dat zich verhoudt tot het bedrag van dat wezenpensioen, zoals het
verschil tussen het nabestaandenpensioen bedoeld in artikel 28 voor en na
de toepassing van artikel 31 zich verhoudt tot dat nabestaandenpensioen
vóór die toepassing.
3. Voor de toepassing van dit artikel is artikel 32, tweede lid van
overeenkomstige toepassing.
Beperking gezamenlijk bedrag nabestaanden- en wezenpensioen
Artikel 35
1. De gedeelten van de nabestaanden, bijzondere nabestaanden- en
wezenpensioenen, onderscheidenlijk van de wezenpensioenen, bedoeld in de
artikelen 28, 30, 31 en 32, gaan tezamen het bedrag waarvan die pensioenen
zijn afgeleid niet te boven.