Grensbedrag nabestaanden- en wezenpensioenen Artikel 42 1. Artikel 41 is van overeenkomstige toepassing indien voor een nabestaande onderscheidenlijk een wees, naast recht op een of meer nabestaandenpensioenen onderscheidenlijk wezenpensioenen, krachtens of op de voet van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers recht bestaat op een of meer nabestaandenpensioenen, onderscheidenlijk wezenpensioenen krachtens een andere regeling, met dien verstande dat voor de in het derde lid van dat artikel bedoelde grensbedrag en het in het vierde lid van dat artikel bedoelde hogere bedrag, met betrekking van een nabestaandenpensioen vijf zevende gedeelte, met betrekking tot een wezenpensioen krachtens artikel 32, eerste lid, onder b, twee zevende deel van die bedragen in de plaats komt. 2. Voor de toepassing van dit artikel worden de toeslagen bedoeld in de artikelen 29, 33, 36 en 37 niet onder pensioen begrepen. 3. Artikel 35 wordt overeenkomstig toegepast. Samenloop nabestaandenpensioen na hertrouwen of aanmelding Artikel 43 1. Indien een nabestaande aan wie reeds een nabestaandenpensioen is toegekend, hetzij krachtens deze verordening, hetzij krachtens een andere regeling ter zake van een later huwelijk of een latere aanmelding eveneens recht op nabestaandenpensioen verkrijgt, hetzij krachtens deze verordening, hetzij krachtens een andere regeling, wordt samenlopende diensttijd slecht meegeteld bij de berekening van het pensioen waarbij die tijd het hoogste bedrag oplevert 2. Onder pensioen krachtens een andere regeling als bedoeld in het vorige lid wordt verstaan een pensioen ten laste van de Nederlandse schatkist - anders dan ingevolge wettelijke garanties of ingevolge overneming van de verplichting tot betaling - ten laste van de Nederlandse Antillen, van een publiekrechtelijk lichaam in Nederland of in evengenoemd ander land, dan wel ten laste van een door het bestuursorgaan in een van die landen ingesteld fonds Samenloop van wezenpensioen Artikel 44 1. Indien een wees die reeds recht op een wezenpensioen heeft, hetzij krachtens deze verordening, hetzij krachtens een andere regeling, daarna eveneens recht op een ander wezenpensioen verkrijgt, hetzij krachtens deze verordening, hetzij krachtens een andere regeling wordt voor de berekening van de eigen pensioenen waarvan die wezenpensioenen zijn of geacht moeten worden te zijn afgeleid, samenlopende tijd slechts meegeteld bij de berekening van het pensioen, waarbij die tijd het hoogste bedrag oplevert. 2. Artikel 43, lid 2, is van overeenkomstige toepassing.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 1401