Ingang nabestaanden- en wezenpensioen en tijdelijk pensioen Artikel 63 1. Het nabestaanden- en wezenpensioen gaat in met de dag, volgende op die van het overlijden van hem aan wie het wordt ontleend. 2. Het tijdelijk pensioen gaat in met een door burgemeester en wethouders te bepalen dag. Ingang hersteld pensioen Artikel 64 Wanneer een vervallen recht op pensioen geheel of gedeeltelijk wordt hersteld, gaat het pensioen in met de eerste dag van de maand waarin het herstel heeft plaatsgevonden Einde pensioen Artikel 65 1Elk pensioen eindigt met het einde van de maand waarin de rechthebbende is overleden. Ingeval van vermissing van de rechthebbende eindigt het pensioen met een door burgemeester en wethouders te bepalen dag. 2. Het tijdelijk pensioen eindigt wanneer de vermiste in leven blijkt te zijn, met een door burgemeester en wethouders te bepalen dag. 3. Een pensioen waarop het recht krachtens artikel 39 vervallen is verklaard, eindigt met het einde van de maand waarin de beslissing inzake het vervallen verklaren is genomen. 4. Het wezenpensioen eindigt voorts met het einde van de maand waarin: a. de rechthebbende de leeftijd van eenentwintig jaren heeft bereikt of, de leeftijd van eenentwintig jaren nog niet bereikt hebbende, in het huwelijk is getreden dan wel partij is bij een aanmelding, of b. ten opzichte van de rechthebbende ouderschap komt vast te staan van een ander dan degene aan wiens overlijden het recht op wezenpensioen wordt ontleend. Nabestaandenuitkering Artikel 66 1. Zo spoedig mogelijk na het overlijden van een gepensioneerde wethouder wordt aan diens nabestaande, van wie hij niet duurzaam gescheiden leefde, een uitkering toegekend ten bedrage van zijn pensioen over een tijdvak van twee maanden (nabestaandenuitkering) Bij ontstentenis van een nabestaande van wie de overledene niet duurzaam gescheiden leefde, geschiedt de uitkering ten behoeve van de minderjarige wettige of natuurlijke kinderen van de overledene, of minderjarige kinderen waarover de overledene ten tijde van het overlijden de pleegouderlijke zorg droeg. Onder pleegouderlijke zorg wordt verstaan de zorg voor het onderhoud en de opvoeding van het kind, als was het een eigen kind, onafhankelijk van enige verplichting daartoe of van het genieten van een vergoeding daarvoor.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 1409