m 2Een herzieningsbeslissing leidt niet tot terugvordering of verrekening van reeds betaalde bedragen, tenzij de betrokkene redelijkerwijze had moeten begrijpen, dat hem te veel werd uitbetaald. 3. Een wijzigingsbeslissing leidt slechts tot terugvordering of verrekening van reeds betaalde bedragen indien de betrokkene, hoewel enige bepaling van deze verordening hem daartoe verplichtte of dit redelijkerwijs van hem mocht worden verwacht, heeft nagelaten aan burgemeester en wethouders mededeling te doen van een wijziging in de feiten. 4. In afwijking van de vorige twee leden en onverminderd artikel 67 zijn burgemeester en wethouders bevoegd tot terugvordering of verrekening van te veel betaalde bedragen, indien de herzieningsbeslissing, onderscheidenlijk de wijzigingsbeslissing is genomen binnen vier maanden na de dagtekening van de herziene beslissing, onderscheidenlijk binnen vier maanden nadat burgemeester en wethouders bericht hebben ontvangen van wijziging in de feiten. 5. Herstel van een beslissing als bedoeld in artikel 72, lid 3, binnen vier maanden na de dagtekening van de herstelde beslissing, leidt tot terugvordering of verrekening van te veel betaalde pensioenbedragen. Herstel van een beslissing, als bedoeld in de vorige volzin, na de daargenoemde termijn, leidt slechts tot terugvordering of verrekening van te veel betaalde pensioenbedragen, indien de betrokkene redelijkerwijze had moeten begrijpen, dat hem te veel werd uitbetaald. HOOFDSTUK II OVERGANGSBEPALINGEN Intrekking geldende verordening Artikel 74 Behoudens het in dit hoofdstuk bepaalde wordt met ingang van 1 januari 1966 ingetrokken de uitkerings- en pensioenverordening wethouders 1957. Artikel 75 (vervallen)6 Toepasselijkheid van deze verordening Artikel 76 De met ingang van een datum, voorafgaande aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening, aan de gewezen wethouders en aan nabestaanden en wezen toegekende uitkeringen en pensioenen worden met ingang van dat tijdstip geacht krachtens deze verordening te zijn toegekend. 6 Dit artikel kan vervallen indien er geen (gewezen) wethouders meer in leven zijn die vóór 1 januari 1966 wethouder waren, dan wel er nog nabestaanden in leven zijn die nog rechten hebben. Zo niet, dan dient de tekst van het oude artikel 66 gehandhaafd te blijven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 1412