Quick Scan
Beleidsplan Openbare Verlichting 1990 - 1997
Gemeente Breda
1. Inleiding:
In juni 1989 heeft het college van burgemeester en wethouders opdracht gegeven voor het opstellen van
een verlichtingsstructuurplan voor de gemeente Breda.
De aanleiding was het feit dat er sinds de energiecrisis van 1973 veel was veranderd door steeds wisse
lende inzichten omtrent, de minimaal noodzakelijke verlichtingskwaliteit, de vraag om energiebesparing
en ontwikkelingen bij lampen en armaturen.
De noodzaak tot energiebesparing leidde aanvankelijk tot het accepteren van veel lagere lichtniveau's
dan tot dan toe gebruikelijk waren. Hier zijn discussies aan voorafgegaan m.b.t. de verkeers- en sociale
veiligheid.
De energiebesparing bij de openbare verlichting kwam, stapsgewijze, als volgt tot stand:
Inschakeltijdstip nachtverlichting vervroegd
Openbare verlichting later inschakelen en eerder uitschakelen
Lampen met grotere vermogens, vervangen door lampen met kleinere vermogens
Bij meerlampsarmaturen worden 1 of 2 lampen verwijderd
De avondverlichting vervalt. Voortaan brandt alleen nog de nachtverlichting
In de woonwijken wordt er vanaf 02.00 uur 's-nachts nog eens een groot aantal lichtpunten
uitgeschakeld (1 op 3).
Langs de doorgaande wegen worden de lichtmasten vervolgens om en om uitgeschakeld.
Door al deze maatregelen was de verlichtingssterkte intussen gemiddeld met zo'n 60 a 70% teruggelo
pen. Dit betekende direct een forse besparing van energie en kosten.
Echter de negatieve effecten van genoemde maatregelen waren nog niet bekend. Zo brachten veel bewo
ners, door het ontbreken van voldoende straatverlichting, zelf een buitenverlichting op hun terrein aan,
waardoor het nuttig effect van de door de overheid genomen energie-besparende maatregelen weer teniet
werden gedaan.
In 1988 wordt onder invloed van zeer veel klachten een beperkt deel van de genoemde besparingsmaat
regelen weer teniet gedaan.
Onder maatschappelijke druk wordt de aandacht gevestigd op een toenemend gevoel van onveiligheid bij
de burgers, m.n. komt dit voor bij ouderen, vrouwen en meisjes die zich in hun vrijheid beperkt voelen
en 's-avonds de deur niet meer uit durven, danwel bepaalde fietspaden, straten en pleinen mijden. Omdat
verlichting een probleem is geworden staat dit onderwerp hoog op de politieke agenda. De vraag naar
een structurele aanpak van de verlichtingsproblematiek heeft geleid tot de opdracht voor het opstellen
van een Verlichtingsstructuurplan i.e. een beleidsplan Openbare Verlichting.
Bijkomend is het feit dat de verantwoordelijkheid voor de openbare verlichting anders is gelegd t.g.v. de
overname van het Gemeenteüjk Energie Bedrijf door de PNEM. Vanaf 1986 is de dienst Openbare
Werken verantwoordelijk voor de openbare verlichting.
Rapport 126-01-101 juli 1997