5.5 Categorie 5, industriegebieden. 5.6 Fietspaden. Qiuck Scan Beleidsplan Openbare Verlichting 1990 - 1997 Gemeente Breda. Voor industriegebieden gelden dezelfde aanbevelingen als voor de woongebieden. Het gaat hier meer om het zien van obstakels, geparkeerde vrachtauto's etc. dan om snelle verkeersroutes. De eigen terreinver lichting van bedrijven kan de openbare verlichting hinderen, aanvullen of overbodig maken. Een te hoog verlichtingsniveau op een terrein kan de omgeving schijnbaar verduisteren. Onderlinge afstemming van de openbare verlichting met de eigen terreinverlichting kan hier problemen voorkomen. Omdat het waar nemen van kleuren minder belangrijk is kan volstaan worden met lagedruk natriumlampen. Evenals bij hoofdwegen kan ook hier hogedruk natriumverlichting in bepaalde situaties wellicht een efficiëntere oplossing bieden. Afhankelijk van de drukte, het verlichtingsniveau van de omgeving en de openbare veiligheid, worden gemiddelde horizontale verlichtingssterkten aanbevolen van 3 tot 10 lux bij een gelijkmatigheid van 0,3, Fietspaden langs verkeerswegen worden meestal voldoende verlicht door de hoofdverlichting van de rijweg. Als echter de berm tussen weg en fietspad te breed is of als er bomen staan kan het nodig zijn het fietspad apart te verlichten. Vrijliggende fietspaden die niet uitsluitend een recreatieve functie vervullen, zullen in het algemeen van een aparte verlichting moeten worden voorzien. Afhankelijk van de openbare veiligheid, de mate van verblinding door auto's en het geschikt zijn voor één of twee rijrichtingen, worden horizontale verlichtingssterkte aanbevolen van 2 tot 7 lux bij gelijkma tigheden van 0,15 tot 0,3 Rapport 126-01-101 juli 1997

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 1475