6. Aanleg, beheer en onderhoud.
6.1 Nieuwe verlichting.
6.2 Lichtmasten.
6.3 Armaturen en lampen.
6.4 Aansluitingen, schakelen, meten en beveiligen.
Qiuck Scan Beleidsplan Openbare Verlichting 1990 -1997 Gemeente Breda.
Aanleg, beheer en onderhoud van de openbare verlichting wordt in opdracht van de gemeente, nog door
verschillende districtskantoren van het N.V. Regionaal Distributiebedrijf PNEM verzorgd. De verlich
ting in de stad Breda zelf, valt onder het districtskantoor Breda. Na overname door de PNEM van het
oorspronkelijk gemeentelijke energiebedrijf, is voor de verzorging van de verlichting een aparte overeen
komst gesloten tussen gemeente en PNEM. Deze overeenkomst is gebaseerd op de werkwijze van het
oorspronkelijk gemeentelijke energiebedrijf. De verzorging van de verlichting in Prinsenbeek valt nog
onder het districtskantoor Etten-Leur van de PNEM en die van Teteringen, Ulvenhout en Bavel onder
het districtskantoor Oosterhout. Met deze kantoren zijn nog aparte overeenkomsten van kracht. Afge
sproken is dat binnenkort de verzorging van de verlichting in de hele gemeente ondergebracht wordt bij
het districtskantoor in Breda.
De onderstaande weergave van de wijze waarop aanleg, beheer en onderhoud plaats vindt, heeft betrek
king op de situatie zoals die nu geldt voor de stad Breda en in de toekomst voor de hele gemeente.
Voor het ontwerpen van nieuwe verlichting krijgt de PNEM tekeningen van de afdeling Ruimtelijk Or
dening van de dienst RME van de gemeente. Op deze tekeningen is de situatie ingetekend evenals de
plaatsen van bomen, groen en straatmeubilair etc. en vaak ook al de plaatsen waar lichtmasten kunnen
komen. Omdat ze er te laat bij betrokken worden, is het voor de PNEM dan vaak niet mogelijk zo effi
ciënt mogelijk verlichting te projecteren. Voor een efficiënte verlichting, die blijvend in goede harmonie
en samenhang met de omgeving (vooral bomen) kan functioneren, is het gewenst vanaf de aanvang de
ontwerper van de verlichting bij het ontwerpproces te betrekken. Als er geen bijzondere wensen zijn
worden standaard masten, armaturen en lampen geprojecteerd zoals die met de gemeente zijn overeen
gekomen.
In Breda werden oorspronkelijk geschilderde stalen lichtmasten volgens eigen ontwerp van het toenmali
ge gemeentelijke energiebedrijf toegepast. Deze relatief zware masten komen nog veelvuldig voor. Van
wege de relatief grote wanddikte en de extra verzwaarde grondstukken lijken de masten in het algemeen
nog van voldoende sterkte, ondanks de vaak aanzienlijke inwendige corrosie. Later toegepaste masten
zijn thermisch verzinkt. Gedurende een beperkte periode zijn ook aluminium masten geplaatst. Thans
worden uitsluitend thermisch verzinkte masten uit de standaard leveringsprogramma's van mastfabri-
kanten toegepast.
Armaturen worden gekozen uit een lijst met thans 24 verschillende typen, elk type passend voor een
bepaalde situatie. De in de huidige lijst opgenomen armaturen zijn uitsluitend voorzien van compact
fluorescentielampen, lagedruk natriumlampen of hogedruk natriumlampen. De armaturen zijn, afhanke
lijk van het type, van de fabrikaten Hogro, Philips, Industria of Schredèr.
De lichtmasten zijn elk door middel van een aansluitmof aangesloten op de kabels van het aparte O.V.
net. Deze kabels worden in ca. 320 ontsteekpunten geschakeld en beveiligd. Een ontsteekpunt is meestal
ondergebracht in een transformatorstation voor de voeding van het distributienet. In een aantal gevallen
zijn aparte verdeelkasten toegepast. In de ontsteekpunten wordt de verlichting door middel van een
TF relais (toonfrequent relais) geschakeld. De TF relais worden centraal bestuurd door een astronomi
sche klok in combinatie met een gemiddelde lichtmeting over 5 meetpunten verdeeld over de provincie.
Rapport 126-01-101
juli 1997
9